Fictie over structurele armoede en drugsproblematiek in de Noord-Amerikaanse Appalachen die harder binnenkomt dan veel sociale studies
Barbara Kingsolver vertelt het leven van Demon Copperhead die als kind van een junkie moeder in Lee County, Virginia geboren werd. De buurvrouw, die de tienermoeder bij de geboorte bijstond, voorspelde dat hij een ‘klein blauw prijsvechtertje’ zou worden. En dit bleek nodig om te overleven.
Barbara Kingsolver gebruikt de stem van de volwassen Demon Copperhead om te beschrijven hoe hij zich door het leven worstelt. Ze vertelt zijn intrieste kindertijd met humor en dit maakt het lezen ervan draaglijk.
Een veeg uit de pan krijgen alvast de maatschappelijk werkers die de zorg voor pleegkinderen moeten dragen maar hier niet de nodige verantwoordelijkheid voor opbrengen. Demon Copperhead wordt van de ene hel naar de andere gestuurd. Kinderarbeid, mishandeling en verwaarlozing maken allemaal deel uit van zijn kindertijd.*
Tussendoor geeft Barbara Kingsolver de lezer inzicht in de geschiedenis van de hillbilly’s, zoals de bewoners uit de Appalachen genoemd worden. Steenkoolmijnen die vroeger voor grote werkgelegenheid zorgden werden gesloten. Er kwam niets voor in de plaats. Of toch… Het land is nu het epicentrum voor armoede en drugsproblematiek. Er is de grote verantwoordelijkheid van het farmaceutische bedrijf Purdue Pharma, producent van Oxycontin, een opiumderivaat dat bijzonder snel verslaving meebrengt. In Lee County gooiden ze het product jarenlang voor bijna geen geld op de markt. Later kwam daar de pijnstiller Fentanyl bij. Deze bewuste strategie liet veel littekens na. Tot vandaag leeft in Lee County elke familie op de een of andere manier met de gevolgen van drugsverslaving.
Toch lezen we ook weerwerk. Zo is er June die de strijd tegen die drugsverslaving aangaat. Maar niettegenstaande ze hier en daar succes behaalt blijft ze David tegen Goliath. June merkt op dat er tegen de farmaceutische bedrijven en lokale artsen rechtszaken op gang kwamen maar dat er van al de megaboetes geen rooie cent naar de hillbilly’s ging. De hersteloperatie in Lee County beperkte zich voornamelijk tot kerkgemeenschappen en zaaltjes waar je een twaalfstappenprogramma kon volgen. June voelt zich dan ook bedrogen door de overheid.
Het personage Tommy laat goed aanvoelen dat de mensen zich vergeten en belachelijk gemaakt voelen. Door zelfstudie krijgt hij geleidelijk inzicht in de geschiedenis van de hillbilly’s en het beeld dat de rest van de VS van hen heeft. Dat hij dit door zelfstudie moet te weten komen is een illustratie van het verkruimeld en gesaboteerd onderwijs in Lee County. Maar ook daar zien we idealisten opstaan. Het lerarenkoppel Armstrong en Annie geven hun strijd niet op.
Barbara Kingsolver heeft ook oog voor het landschap en beschrijft de prachtige natuur van de Appalachen. Het is deze natuur die het voor mij iets gemakkelijker maakt om te begrijpen hoe moeilijk het voor hillbilly's is om deze streek te verlaten en, weg van de drugscrisis, een nieuw leven op te bouwen. Het lijkt erop dat alle hillbilly’s naar huis en naar een thuis blijven verlangen. Maar is dit geen universeel verlangen?
‘Was ik maar thuis. Wat natuurlijk nergens was, maar je blijft dat gevoel hebben, zelfs als die plek er niet meer is. Als er een bom viel en er was op de hele planeet niets meer te eten zou je waarschijnlijk ook nog steeds honger hebben.’
*Op sommige momenten twijfelde ik aan de geloofwaardigheid van de kindertijd van Demon Copperhead. Maar toen ik ongeveer halverwege het boek was en op VRTNWS een artikel las kreeg ik kippenvel. Het kan echt… ook in onze contreien…