Waarom beseft een mens meestal te laat wat waardevol is in het leven?
In Dius schrijft mijn favoriete schrijver Stefan Hertmans over vriendschap tussen twee mannen.
Zoals we gewoon zijn van de auteur lezen we ook hier weer prachtige beschrijvingen. Zo is er de onvergetelijke scène waarin het hoofdpersonage een hert aanrijdt en klem komt te zitten tussen zijn enorm gewei. En verder de beschrijving waarin Hertmans weergeeft hoe een indrukwekkende dorsmachine een jong bos wegmaait. De vernielingskracht beneemt de lezer de adem. Hertmans creëert een taal die onvergetelijke beelden op het netvlies brandt.
Het boek start een beetje als een essay over ‘kijken naar kunst’. Over niet gewoon het oog laten strelen maar als vakman op zoek gaan naar lijnen. De lijst renaissance-componisten en -kunstenaars die tevoorschijn komt is lang. Ik leerde veel bij en genoot ervan. Maar ik was ook op zoek naar een verhaal. En omdat Hertmans niet karig is met het etaleren van zijn kennis duurde het een tijd voor ik dat vond.
In deel twee werd mijn doorzettingsvermogen echter beloond. Hertmans nam me mee in een aangrijpend verhaal. Lezend merkte ik dat de essayistische benadering van ervoor nodig was om het verhaal diepgang te geven.
In Dius las ik ook veel meer dan een verhaal over vriendschap tussen twee mannen. Het gaat ook over de zoektocht van Anton - de ik-persoon die biografisch veel gemeen heeft met Stefan Hertmans- naar zichzelf. Hij is een intellectueel die door de vriendschap met Dius een illusie van vrijheid ontdekt. Algauw ziet hij in dat zijn academische kennis in de weg staat om schoonheid te beleven. Anton laat zijn ervaringen overwoekeren door zijn kennis. De bohemien Dius daarentegen volgt zijn gevoel en laat het ambacht steeds voorop staan. Hij is een doener en een geniaal kunstenaar.
Maar in het verhaal is ook sprake van verdriet over een liefde die nooit heeft kunnen bestaan. Of die Anton nooit toeliet te bestaan? Zag hij zelfs daar het waardevolle niet van in? Liet hij ook hier het rationele overheersen?
Het is duidelijk dat Hertmans twijfelt over de mogelijkheid jezelf te veranderen. Hij laat ook de lezer twijfelen over hoeveel iemand zelf in de hand heeft.
Misschien wou de auteur met de slotzin ‘… ik ben maar wie ik ben…’ ook die pijnlijke boodschap kracht bijzetten.
Synopsis
Wanneer een kunststudent bij zijn docent aanbelt en hem zijn onvoorwaardelijke vriendschap aanbiedt, brengt dat grote veranderingen teweeg in hun beide levens.