Leesvoer voor wie niet weet wat een burn-out betekent
Ik dacht dat ik wist wat burn-out was, tot ik er een kreeg is een boek dat ik zelf zou kunnen geschreven hebben, het zit vol momenten van herkenning. Ook al zijn geen twee burn-outs dezelfde en is het voor iedereen anders, iets persoonlijks. Burn-out uit zich bij iedereen op een andere manier. Maar vooral de reacties van de buitenstaanders zijn blijkbaar overal hetzelfde. En net daarom is dit zo’n goed boek.
Op de cover staat vermeld dat het een “anti-zelfhulpboek” is, dat je het niet moet lezen als je net de diagnose hebt gekregen. Alsof dat mogelijk zou zijn. Wie ooit een burn-out kreeg, weet dat lezen in die eerste periode niet lukt: je kan wel lezen, maar je weet niet wat je leest, het dringt niet door. Je brein zit barstensvol, er kan niets meer bij. En dat brein blijft maar doordraaien, dag én nacht, in sneltempo … waardoor je geen moment rust krijgt, zelfs als het uiteindelijk lukt om in slaap te vallen, werkt het brein door in je dromen en nachtmerries.
Marijn Sillis zoekt in het eerste deel van zijn boek naar de definitie van burn-out, daarna beschrijft hij zijn persoonlijke ervaringen. Niet enkel het ziektebeeld, maar ook wat er allemaal komt bij kijken. Een burn-out is niet zomaar thuis blijven en rusten, want rusten is precies datgene wat niét lukt.
Het is naast een gevecht met jezelf ook een strijd met de administratie. Op die administratie zit je trouwens niet te wachten als je hoofd al aan honderd per uur doordraait. Probeer je hoofd maar eens koel te houden als je werkgever of collega aan je ene mouw trekt, het ziekenfonds of de verzekering aan de andere … Of als mensen uit je omgeving (vol goede bedoelingen) erop aandringen om samen iets te doen wat je leuk vindt – je bent te moe om wat dan ook leuk te vinden. Of: doe maar iets wat je graag doet! Je doet niets meer graag, echt niets. Er is geen energie voor, want ook fysiek ben je leeg, helemaal leeg.
Marijn Sillis beschrijft ook de vermoeiende zoektocht naar hulp. Goede therapeuten zijn moeilijk te vinden (en je hebt geen energie genoeg om lang te zoeken), daar moet je echt geluk mee hebben. Want sommige dokters en therapeuten weten niet altijd wat burn-out precies is en hoe je ermee omgaat, er zijn er die denken dat het uitsluitend werkgerelateerd is – ook een mythe! Al is het wel zo dat burn-out meestal mensen treft die graag en hard werken, die van geen opgeven willen weten, die maar blijven doorgaan tot … Mensen die “het“ meestal niet zien aankomen.
Voor mij is Ik dacht dat ik wist wat burn-out was, tot ik er een kreeg een boek dat vooral zou moeten gelezen worden door mensen die beroepshalve of in hun eigen omgeving met personen in contact komen die een burn-out hebben. Niet zozeer door de patiënten zelf – het is niet echt een zelfhulpboek, inderdaad.
Sillis schreef een hoopgevend boek: ooit wordt het
beter, in uitzonderlijke gevallen na enkele weken, soms pas na enkele
maanden of jaren … En de kans om terug tegen die muur aan te lopen
blijft groot, maar je leert de tekenen te herkennen en gas terug te
nemen. Een aanrader voor wie zich wil inleven in het verhaal van
Marijn Sillis en daardoor zijn of haar beeld van mensen met burn-out
misschien kan bijstellen.
Synopsis
Een ervaringsdeskundige beschrijft zijn burn-out en hoe hij, na een pijnlijk proces, er weer bovenop kwam.