Beenhard meesterwerk
Twee mannen dobberen in een rubberbootje midden op de Atlantische Oceaan. Een Amerikaan en een Duitser, ofwel de eenarm en de ander. Ze wachten op redding. Hun proviand bestaat uit een halve fles whisky, 64 sigaretten, enkele stukken chocola en kauwgom. Ze reflecteren ondertussen over hun verleden, hun liefdes, de zin en de onzin van het leven. Ze wachten op redding, en niets is in zicht.
Het wachten van de eenarm en de ander duurt lang en doet denken aan Wachten op Godot van Beckett: nonsensicale dialogen, het eindeloze wachten, ... Maar de sfeer in Niets in zicht is zwarter, eenzamer, cru. De verteller wisselt bovendien het relaas van beide mannen af met afstandelijke beschrijvingen van verwante kwesties.
Helaas blijft dit Duitse antioorlogsverhaal uit 1954 relevant. Het is dun, genadeloos hard en een onverwacht meesterwerk! Het pur sang existentialisme doet de lezer naar adem happen en laat hem lang na het uitlezen wezenloos achter.
"Wie nog tijd heeft, beseft niets."
Synopsis
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dobberen een Amerikaanse piloot en een Duitse matroos van een onderzeeër na een slag samen totaal verlaten op de oceaan in een rubberboot en hopen gered te worden.