Oostende, rijk volk rond de eeuwwisseling
Uitgeverij Pelckmans heeft dit prachtige boek een harde kaft mee gegeven en dat is in overeenstemming met de tijd waar het over gaat. 'Belle Epoque' is vrij vertaald: Een mooi tijd en die begon zowat in 1870 en eindigde abrupt in 1914.
In veertien hoofdstukken en een mooi nawoord schetst de schrijver ons een beeld hoe het leven was in deze mondaine badstad aan de Noordzee die kon wedijveren met grotere buitenlandse badsteden. Uitgegroeid vanuit een onbestaand vissersdorpje naar een plaats waar de beau monde elkaar tutoyeerde. De eerste koning der Belgen is ermee gestart maar toen koning Leopold II zijn inkomsten aanwendde uit zijn persoonlijke eigendom Congo, konden de investeringen niet hoog genoeg zijn. Er was bloedgeld genoeg. Wereldleiders, muzikanten, theatermensen en beroemde schrijvers kwamen hier voorbij. De trein versnelde hun aanwezigheid en ook de overzet naar Engeland kon zijn steentje bijdragen aan de belangstelling der rijken. De oorspronkelijke arme bevolking kreeg algauw een zijspoor toegewezen. Het eerste hoofdstuk gaat over James Ensor die hier ook kind aan huis was en de rode draad is natuurlijk de vele theater en muziekstukken die hier werden opgevoerd door beroemde en uitstekende muzikanten en dirigenten. Wie niet zo thuis is in deze wereld kan het een beetje moeilijk hebben met deze verhaallijnen. Dit terzijde.
Maar toen de inval van de Duitsers op 4 augustus 1914 een realiteit werd, tot tweemaal toe zelfs, kozen de buitenlanders het hazenpad. Ondanks dat de burgemeester geen weerstand bood aan het Duitse leger en veel vernielingen zijn gespaard gebleven kon het tij niet meer keren. De stad verviel en kon nooit meer de grandeur van weleer uitstralen, zeker na de tweede Duitse inval. Uiteindelijk zie je ook hedendaags dat de wereld en de mensen niet zo veel zijn veranderd. Bepaalde grote namen uit die tijd kan je gewoon vervangen door hedendaagse miljonairs, zakenmensen en top koks.
Een interessant hoofdstuk is gewijd aan een ongekend persoon in de naam van Georges Marquet, een casinobaas avant la lettre. Die heeft de badstad een enorme boost qua aantrekkingskracht gegeven maar botste op veel onwil door de katholieke overheid. Gokgelden zijn altijd een dubieuze inkomstenbron geweest en nog altijd.