Bloedlijn, onder de indruk
Bloedlijn, staat ook voor afstammingslijn en dat is wat Amélie Nothomb met deze schitterende, korte roman ook doet, haar vader eren. Maar het kan meer betekenen want ‘bloed’ roept tezelfdertijd ook weerzin op, bloed komt er pas als een lichaam gehavend wordt. En sommigen kunnen ook het zien van bloed niet verdragen. Baron Patrick Nothomb, gestorven in 2020 was consul in het toenmalige Stanleyville ten tijden van de prille onafhankelijkheid van Congo. Het was de periode dat onze paracommando’s onze landgenoten moesten bevrijden. Hij was een van de gegijzelden tijdens een verschrikkelijke gijzeling van Belgen die stelselmatig door de rebellen, Simba’s werden geëxecuteerd.
Het boek start met een soort proloog waarin haar vader voor het vuurpeloton wordt gebracht. En op zijn nauwelijks achtentwintigste levensjaar is hij merkwaardig rustig en ergens opgelucht. De gijzeling vroeg erg veel van hem. Hij realiseert zich zelfs niettegenstaande de penibele weken die hij meemaakte hoe mooi de wereld wel is. Amélie Nothomb kan dit verwoorden in een paar zinnen, grandioos. Zijn korte leven flitst aan hem voorbij, de start van het eerste deel. Zijn leven in de ik-vorm van een kind zoals hij zichzelf zag. Hij groeit als de kleine Patrick op bij zijn grootouders. Zijn vader heeft hij nooit gekend, die kwam om tijdens een militaire oefening. Zijn moeder, ontroostbaar in haar weduwschap kan de opvoeding niet aan. Nothomb trekt je met korte, afgeborstelde zinnen gewoon mee in de gedachten van de heel jonge Patrick. Een jongetje dat, zelfs in de Tweede Wereldoorlog een vrij zorgeloos bestaan heeft, overbeschermd door zijn grootmoeder maar ook betutteld. Hij ziet het leven niet zoals andere kinderen. Soms zelfs met een iets te volwassen kijk, hij had ook geen contact met andere kinderen.
Dat leventje wordt plots onderbroken als zijn grootvader besluit dat hij ‘gehard’ moet worden tegen dat hij schoolplichtig is. Patrick gaat op zomervakantie naar Point d’Oye, het kasteel van die andere tak van zijn familie die hij nog nooit zag. De Nothombs. Grootvader baron Nothomb woont daar met zijn tweede vrouw en een hele rits kinderen. Hij is advocaat, werkt nauwelijks en besteed zijn tijd aan het schrijven van oubollige gedichten, dromer, wereldvreemd, maar bestiert zijn gezin als een eigenzinnige monarch die alles voor zichzelf houdt. De kinderen groeien er op in de grootste chaos en met een alom heersend voedselgebrek. Voor de kleine Patrick is dat een openbaring die hij geweldig vindt en voortaan wil hij elke vakantie daarheen. Daar wordt gemerkt dat Patrick tegen geen bloed kan. Bloed zien is flauwvallen. Zijn militaire carrière, in de lijn van de familie kan hij vergeten. Zodoende komt hij dus in de diplomatie terecht.
Deze sprong wordt niet zomaar gemaakt. Zijn adolescentie wordt terug met de nodige humor beschreven en terug kan Nothomb in een paar hoofdstukken en haarscherp tijdsbeeld ophangen. Patrick is eigenzinnig en trouwt wars van alle normen met de liefde van zijn leven. Je komt als lezer naadloos in dat tweede deel terecht. Het lijkt gewoon normaal dat je Patrick verder volgt. Het is de diplomatie die hem uiteindelijk ook voor het vuurpeloton brengt. Het laatste grote deel van het boek overdenkt Patrick zijn rol in de gijzeling en word je dieper in het gijzelingsdrama in getrokken. De willekeur waarmee met mensenlevens wordt omgegaan is dikwijls weerzinwekkend. Het brengt ook Patrick terug naar het punt waar het boek begon, het vuurpeloton. Daar stopt het. Patrick overleeft het en wordt terug als consul naar Japan gestuurd waar zijn derde kind geboren wordt, jonkvrouwe Fabienne Claire Nothomb, auteur Amélie Nothomb.
Bloedlijn je zou het humoristisch kunnen noemen en dat is het maar het is een kunst om hiermee schrijnende toestanden aan de kaak te stellen. Diep onder de indruk.
Jan Stevens, redacteur boekensite.gent