21.4.21/4: Onregelmatig, open en bescheiden
Wonen en leven in de stad; het lijkt onvermijdelijk, misschien wel noodzakelijk. Om de bevolkingsaanwas op te vangen, om de natuur terug ruimte te geven, om de mobiliteitsknoop te ontwarren,... Maar als we dan met velen in de toekomst stedelingen worden, hoe moet die stad er dan uitzien, functioneren, zich vormen en ontwikkelen? De stad van de toekomst? In 'Stadsleven' geeft socioloog Richard Sennett u een visie op de metropool van morgen. En niet alleen 'wat' die kan zijn, maar vooral 'hoe' die kan worden.
In 'Stadsleven' leer je waarom een stad onregelmatig, open en bescheiden kan zijn, leer je dat er twee steden zijn, 'ville' en 'cité'. In dit boek neemt Sennett je mee doorheen de geschiedenis van de stedebouw. Hausmann in Parijs, maar even goed Le Corbusier. Bazalgette en de riolen van London. Cerda en zijn afgesneden huizenblokken in Barcelona, Olmsted en zijn vluchtplaats Central Park, New York. Van Mumford en zijn tuinsteden tot de levende stad van Jane Jacobs. Een boeiende geschiedenis die aantoont welke moeilijkheden 'wonen' met zich meebrengt. Sennett vertelt je ook over de meer recentere geschiedenis en actuele uitdagingen, vertelt je over de mislukte, maar eveneens de hoopvolle projecten. Telkens plant hij zaadjes in je hoofd, zaadjes die kunnen ontkiemen tot ideeën en keuzes voor de metropool van morgen. En tot slot neemt hij je mee naar het front, daar waar de stad vorm krijgt en geeft je een kijk hoe we dit samen kunnen verwezenlijken.
Dit alles zou Sennett niet zijn als hij zijn verhalen, inzichten en ideeën niet zou kruiden met terechte en boeiende verwijzingen naar kunst en literatuur, naar muziek, naar wetenschap en filosofie, naar persoonlijke ervaringen. Maar ook het gewone leven speelt een rol in het geheel van 'Stadsleven', zoals het verhaal van mijnheer Sudhir, kraamhouder en klusser op Nehru Place, New Delhi.
Richard Sennett is hoogleraar aan de New York University en geldt als één van de meest kritische en inspirerende sociologen van het moment. Zijn andere in het Nederlands verschenen werk, 'De cultuur van het nieuwe kapitalisme.', 'De ambachtsman.' en 'Samen.', geven eveneens blijk van zijn briljant denken, zijn weergaloze inzichten, zijn bezielde ideeën.
Richard Sennett, zoon van een door oorlog en vervolging doordrongen Europa ontvluchtte joodse ouders, groeide zelf op in de achterbuurten van Chicago. Dankzij de muziek, hij was een meer dan goede cellist, leek hij op weg om uit die armoede, uit de buitenwijken te ontsnappen. Maar een mislukte operatie aan de hand sloeg die muzikale droom aan diggelen. Gelukkig kon hij terecht op de universiteit. Daar studeerde hij sociologie en zag in Hannah Arendt zijn mentor. En die invloeden uit zijn jeugd en van Hannah Arendt voel je in 'Stadsleven'. De kritische blik op gisteren, vandaag en morgen; het blootleggen van de pijnpunten van het huidig systeem; de nood aan het wederzijds gesprek en het samen zoeken; de openheid en bescheidenheid; de liefde voor het onvolmaakte; het oog voor iedereen; het idee van het van-onder-uit.
En zo 'poneert Richard Sennett in 'Stadsleven' de 'open' stad, een stad waar niet alles strikt gepland is, maar waar rekening wordt gehouden met onvoorspelbaarheden, stedenbouwkundigen experimenteren er met bouwvormen die steden leefbaarder maken voor alle bewoners en doen dit samen met die bewoners. 'Stadsleven' is een originele, intellectuele en vooral geëngageerde visie op de toekomst van steden.' En zoals Richard Sennett het vertelt, vooral een boeiend verhaal om aan mee te mogen schrijven.
