"Zo ontregelend subliem"
Goede poëzie - zo ervaar ik telkens opnieuw bij het lezen van een dichtbundel - is niet voorspelbaar, niet steriotiep, straalt vertrouwen uit, de dichter neemt risico's en zorgt voor verrassende woord- en zinsbewegingen.
Dat vind ik in en over Tijgerbrood (2023) van Ruth Lasters. Dichter en poëziecriticus Paul Demets is nog specifieker en noemt de dichtbundel een "verrassend parcours door vele kamers" in de Standaard der Letteren (Gelatinevellen als raampjes, 11/3/2023).
En die kamers zijn zeven afdelingen met nog meer kamers en met volgende titels: Makelaars in groener gras; Losgrond; Alleen de ijspralines; Omerta; De eed van okkernoten; Keienstranden; Zomeruurwerk.
Talrijke thema's en motieven worden met humor en humane empathie in die gedichtencycli verbonden en scherp gesteld zoals natuur, vruchten, eten, liefde, verlies, relaties, oorlog, moed, rampen, stilte, kunst ... enz.
Over haar dichterschap schrijft Lasters in Pels (p. 49):
"Ik schrijf je nog alleen op de strepen van een tijger" niet als een "lijntjespapierschrijver", "iemand die nog niemand zo ontregelend subliem ontmoet had zoals jij".
Ook haar in 2022 door de schepen van cultuur van Antwerpen geweigerde stads- en onderwijsgedicht Losgeld (p.43-44), waarin zij opkomt voor leerlingen uit technische opleidingen, krijgt een bedding in de cyclus Omerta.
Nogmaals poëziecriticus Paul Demets in De Standaard der Letteren over de bundel, en bij uitbreiding wat mij betreft over goede poëzie: "het beste geestelijke voedsel om deze maatschappij, die beheerst wordt door een gebrek aan nuance, dialoog en verbeelding, aan te kunnen."
Synopsis
Poëzie van de Vlaamse dichter (1979) over het verlangen om voor altijd toevlucht te kunnen zoeken in pure vorm en woordenloosheid.