Jeroen Juchtmans
Leestip van Jeroen Juchtmans
Een goed boek zaait met milde hand vraagtekens. (Cocteau)

Eindpunt Marseille

9 juni 2020

'Nur um der Hoffnunglosen willen ist uns die Hoffnung gegeben' (Walter Benjamin)

Een koffer, een koffer vol teksten is wat Walter Benjamin meezeulde toen hij in 1940 in de schaduw van de Querroig de vrijheid voelde. Hij moet hoopvol geweest zijn, ontsnapt aan concentratie- en dodenkampen. Bij de afdaling naar Portbou echter werd hij door Spaanse grenswachters betrapt en opgepakt. Geen doorreisvisum op zak. Cerberus was ontwaakt. Die nacht was voor Walter Benjamin alle hoop vervlogen, aan diggelen geslagen. Hopeloos pleegde hij zelfmoord. De koffer, de koffer vol teksten verdween en werd nooit meer teruggevonden.

Een koffer, een andere koffer vol teksten van de schrijver Ernest Weiss die aan het begin van de oorlog zelfmoord pleegde, is wat Anna Seghers met zich meezeulde toen ze in 1940 in Marseille belandde.

Een koffer, nog een andere koffer vol teksten van een schrijver die het leven ontvluchtte, speelt een beslissende rol in 'Transit', het verhaal van een Duitse jongeman in 1940 op de vlucht die in Marseille strandde.

In 1940, na de blitzkrieg en de opdeling van Frankrijk in een bezet en 'vrij' gebied werd Marseille overspoeld door vluchtelingen. Joden, communisten, anarchisten, republikeinen, syndicalisten, vrijdenkers,...allen waren overijl naar de Zuid-Franse havenstad gevlucht in de hoop een plaats op een boot te bemachtigen en aan de kampen te ontsnappen. Allen hoopten juist met dat schip, die boot of via die route 'alles achter zich te laten, de oorlog, het continent hun geleefde leven en misschien voor altijd de dood. Tussen hen dus een Duitse jongeman met een koffer, een koffer vol teksten van een dode schrijver. Na zijn ontsnapping uit een Frans werkkamp, zijn vlucht uit bezet Parijs en een lange zwerftocht lag daar voor hem 'aan het einde van de Canebière de zee blauw te schitteren. Toen voelde hij na zoveel onzin en ellende weer het enige echte geluk dat voor ieder mens op ieder moment bereikbaar is, het geluk dat je leeft. Het blauwe water daarbeneden aan de rand van de Canebière, dat was de rand van het continent, hier was hij ten einde.' Hier wil hij blijven. Maar om te blijven moet hij doen alsof hij niets liever wil dan te vertrekken. Hij moet zijn overtocht voorbereiden, een plaats op een boot en de juiste visa bemachtigen. De koffer, de koffer vol teksten, blijkt dé sleutel te zijn. Hij sluit zich aan bij die talloze rijen van 'gestorven zielen', wacht met hen, die de dood voor willen blijven, uren en uren tijdens hun zoektocht van reisbureau naar consulaat. Zo ontmoet hij talloze figuren en luistert naar hun verhalen 's avonds in de cafés en de hotels aan de Oude Haven. Hem kan het niet veel schelen, voor hem is het slechts een spel. En op weer zo'n lege avond komt er een vrouw het café binnen. Op haar gezicht een uitdrukking van gespannen verwachting, van angst bijna. Alsof ze hoopte en vreesde hier iemand te vinden. 'Als ik ergens een vrouw binnen zag komen,' bedenkt hij, 'een vrouw die me wel leuk leek, maar niet op mij afkwam, dan had ik me er tot nog toe altijd van weten overtuigen dat ik haar gunde aan degene die haar leuk vond en dat ik niets onvervangbaar miste. De vrouw die daarnet langs me heen liep, gunde ik aan niemand.' Hij volgt de vrouw, doolt met haar door de stad en wanneer hij haar leert kennen, blijkt de koffer, de koffer vol met teksten, een koffer vol bedrieglijke schijn, twijfels en dillema's.

De jongeman vertelt u zijn verhaal rechtstreeks alsof je samen met hem de tijd doodt in één van die kille cafés of in de rij van het zoveelste consulaat. Hij vertelt het op een onmogelijk laconieke toon. Het is net die toon, zo contrasterend met al de doffe ellende, die ervoor zorgt dat de angst en de hoop van de vluchtelingen in transit zo scherp naar boven komen. Zijn toon lijkt misplaatst, maar naarmate zijn verhaal vordert besluipt ook hem de wanhoop en de twijfel. Na verschillende wendingen begint het verhaal te daveren, de spanning zwelt aan samen met de verveling van het wachten.

Ook Anna Seghers, Joods en communiste, belandde in 1940 in Marseille met zich meezeilen een koffer, een koffer vol met teksten van een dode schrijver. Ze wist Europa te ontvluchten dankzij de Amerikaanse journalist Virian Fry, die ook Hannah Arendt, André Breton, Marc Chagall, Marcel Duchamp, Max Ernst, Claude Lévi-Strauss, Max Ophuls en vele anderen in Marseille gestranden hielp. Tijdens het eindeloze wachten in Marseille en haar overtocht naar Mexico schreef ze Transit. En dat voel je. Ze is niet de auteur die zich moet inleven, ze schrijft wat ze zelf aan den lijve beleeft. Het lethargisch wachten, de dodelijke stilstand, de levendige vrees, de hoop en de wanhoop. Het getreiter en de argwaan, de solidariteit en de rivaliteit, toeval en noodlot, de liefde en de haat. Transit is het doorleefde verhaal van elke vluchteling of het nu Marseille 1940 is of Brussel-Noord 2020.

Synopsis

Een jonge vrouw die in 1940 voor het Duitse fascisme vlucht, probeert vanuit Marseille naar Mexico City te ontkomen

Jeroen Juchtmans
Leestip van Jeroen Juchtmans
Een goed boek zaait met milde hand vraagtekens. (Cocteau)

Transit
Titel:
Transit
Auteur:
Anna Seghers
# pagina's:
294 p.
Uitgeverij:
Van Gennep
ISBN:
9789461641298
Materiaal:
Boek
Onderwerp:
Vluchtelingen ; Wereldoorlog II
Sfeer:
Intens

Gerelateerde leestips