Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

De odyssee van een zinzoeker

2 juni 2025

Nikos Kazantzakis (1883 – 1957) behoort tot de top van de Griekse literatuur van de twintigste eeuw, ook al mag hij hier dan misschien onrechtstreeks meer bekend zijn door verfilmingen van zijn werk (Zorba the Greek, 1964, regie Michael Cacoyannis, met Anthony Quinn, Alan Bates en Irene Papas; The Last Temptation of Christ, 1988, regie Martin Scorsese, met William Dafoe en Harvey Keitel). Behalve romans beslaat dat oeuvre ook poëzie, essays, toneelstukken, vertalingen en journalistiek. Na zijn doctoraat in de rechten in Athene studeerde hij wijsbegeerte in Parijs, waar hij beïnvloed werd door Henri Bergson, de filosoof van het élan vital. Zijn metafysische beschouwingen Ascese, waaraan hij in de jaren twintig werkte, dragen daar de sporen van. In onze “levende en vluchtige lichamen strijden twee stromingen,” schrijft hij daar. “De ene opwaarts, naar de schepping, het leven, de onsterfelijkheid; de andere daalt af, naar de ontbinding, de materie, de dood. […] De twee tegenstrijdige stromingen zijn heilig. Het is dus onze plicht de visie te grijpen, die de twee onmetelijke, eeuwige en onverwoestbare krachten omvat, en aan de hand van deze visie ons denken en daden in banen te leiden.” De Verantwoording aan El Greco is het bijzonder uitgebreide verslag dat Kazantzakis in 1955, twee jaar voor zijn overlijden, is beginnen opstellen over zijn greep naar het antwoord op de existentiële vragen.

De auteur noemde zijn boek in een ondertitel een “roman”, en maakte in een voorwoord duidelijk dat het geenszins om een autobiografie ging. Wél vertrok hij van autobiografische gegevens, maar hij behield de vrijheid om ze naar chronologie en voorstelling zo weer te geven dat ze pasten in zijn tweevoudig reisverhaal: een geografisch en een spiritueel. De geografische reis vertrekt vanuit zijn geboortestad Iraklion (door hem steevast “Megalo Kastro”, de “Grote Vesting” genoemd) op Kreta, waar hij zijn vroege jaren doorbrengt. Op het eiland Naxos gaat hij lessen volgen op een katholiek college. Hij maakt een bedevaart door Griekenland. Met zijn vriend de dichter Angelos Sikelianos bezoekt hij de kloosters van de berg Athos. Hij reist af naar het toenmalige Palestina om de passieweek in Jeruzalem te ervaren. Hij trekt de woestijn in om een tijdlang in het klooster van Sint-Catharina op de Sinaïberg te verblijven. Hij bezoekt Italië, studeert in Parijs, verblijft in Berlijn. Hij is in Moskou ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Russische revolutie en ontmoet er de Roemeense schrijver Panait Istrati met wie hij vriendschap sluit en op visite gaat bij Maxim Gorki. In de Kaukasus moet hij in opdracht van de Griekse regering een opdracht vervullen: meer dan honderdduizend landgenoten moeten er gerepatrieerd worden. En tussendoor, steeds weer, onvermijdelijk en uiteindelijk komt hij thuis op Kreta, in Megalo Kastro.

De spirituele reis is wat Kazantzakis zijn opwaartse weg noemt, zijn zoektocht naar “God”. Maar in die zoektocht kan dit begrip vele ladingen dekken, gaande van de God van de Bijbel tot een Afgrond waarover de mens zelf een brug zal moeten slaan. In Ascese schreef Kazantzakis al dat wij in het korte bestek van ons leven strijden om in ons de chaos te ordenen, de afgrond te verhelderen, en zo veel mogelijk duisternis om te zetten in licht. Sneuvelen in dit gevecht, dat hij ziet als een strijd voor de vrijheid, is niet nutteloos, want de strijd, al ingezet door de voorouders, wordt immers voortgezet door de nakomelingen. De Verantwoording aan El Greco kan gelezen worden als de bloemrijke neerslag, in de levensavond van de auteur, van wat hij zich in Ascese tot plicht had gesteld.

Leidende figuren op zijn geestelijke queeste zijn Jezus Christus, Friedrich Nietzsche (de filosoof die God dood verklaarde, de Übermensch verkondigde en de “eeuwige wederkeer” van alle dingen postuleerde), Boeddha (die een religie zonder god predikte, maar de opperste onthechting aanprees), de revolutionair Vladimir Lenin, de Heilige Franciscus van Assisi, zijn moderne evenknie Albert Schweitzer (de zendeling-tropenarts), en zowaar Zorba, de oer-Griek die zijn levensfilosofie danste: hij was in realiteit Kazantzakis’ kompaan bij de kortstondige uitbating van een mijn en werd nadien gefictionaliseerd tot hoofdpersonage van de bekende roman. En verder zijn er op zijn tochten vele ontmoetingen en gesprekken: met herders, met monniken (wijze, waanzinnige en vadsige), met een Joods meisje in Berlijn, met supporters van de revolutie…

Van al zijn bevindingen doet Kazantzakis dus verslag aan El Greco, met name Dominikos Theotokopoulos (1541 – 1614), een Kretenzer, net als hijzelf in Iraklion geboren, die als schilder in Spanje carrière maakte en daar gemakshalve maar “de Griek” werd genoemd. Hij debuteerde als schilder van iconen en staat bekend om zijn maniëristische stijl met zijn langgerekte figuren en bijzonder kleurgebruik. Voor Kazantzakis is hij een grootvader: uit dezelfde bodem gesproten, eigenzinnig, de essentie najagend.

Zoals gezegd, is het verslag “geromantiseerd” in de zin van Goethes Verdichting en Waarheid. Kazantzakis hanteert symbolen (de afgrond, de Schreeuw, het vuur, de vlam, het bloed…) en metaforen. Zo verbeeldt hij zijn opstap naar het leninisme door zijn confrontatie met een leger van de Honger dat op een ochtend plots in een lege straat van Berlijn zou opgedoken zijn: “En plotseling zag ik aan het einde van de straat een lange vrouw opduiken, mager tot op het bot en met loshangende haren. Ze liep niet, ze sprong, het leek alsof ze danste, en boven haar hoofd zwaaide ze met een zwarte vlag. En opeens verschenen er achter haar, in geordende rijen van vier, een leger van mannen, vrouwen en kinderen. Ze ploeterden door de sneeuw en kwamen steeds dichterbij. Het modderige licht viel op hen en je zag slechts bleke verwilderde gezichten en hun ogen waren slechts zwarte gaten. Het was alsof een massief leger van blinde, door wormen aangevreten schedels uit de graven opgestaan was.” Hij drukt zich soms uit in parabels, citeert uit de klassieken of uit andere culturen (pakweg de wijsheden van Rabbi Nachman, of een liedje van de pygmeeën), of last een stuk poëzie in. En er zijn prachtige beschouwingen o.a. over het paleis van Knossos en de fresco’s die daar werden teruggevonden. Waarmee het boek ook weer een lofzang wordt op Kreta en op zijn vaderland, Griekenland, in het algemeen… alhoewel de verhouding met zijn eigen vader helemaal niet zo optimaal bleek te zijn. Zijn vader was een dominerende man, een man van de daad, een oude verzetsstrijder tegen de Turkse dominantie: de gestudeerde Nikos verloochende zijn geslacht en in de plaats van minstens een advocatenkantoor te openen of politicus te worden werd hij, zoals hij zelf schrijft, een pennenlikker. Dit opus moest een ultieme verantwoording zijn voor zijn keuze.

Het boek verscheen postuum in 1961. In feite is het voor het allergrootste gedeelte een eerste worp: Kazantzakis heeft niet meer de tijd gehad om het geheel nog te herlezen, herschikken, of te herwerken. Een herhaling of een inconsequentie kan hem dus bezwaarlijk verweten worden, en overigens: kan een spiritueel proces wel consequent verlopen of beschreven worden? Een andere vraag is natuurlijk of hij, zelfs in de eerste fase, zijn appreciërende vermelding van Stalin (toch al overleden in 1953!) niet enigszins had mogen bijsturen… Aan één en ander is overigens te merken dat Kazantzakis in een andere tijd en wereld dan de onze leefde: de jeugd werd anders opgevoed, de vrouwen hadden een andere rol te spelen, het geloof en de clerus waren veel dwingender dan nu. Zijn geliefde Kreta lag op het ogenblik van zijn geboorte nog onder de knoet van het Ottomaanse Rijk, zodat “de Turk” voor hem een vijandsbeeld bleef, en een zeker nationalistisch gevoel regelmatig opduikt. (Dat kan misschien even tegenwringen, maar sympathiseren we tegenwoordig ook niet met naties die door buren bezet en onderdrukt worden?) In zijn geheel genomen is De Verantwoording aan El Greco echter een magistraal verslag van een tijd en een leven, een belijdenis en een filosofisch testament. Geen flitsend proza, maar een rustige, mooie uitdaging om een aantal existentiële problemen en mogelijke oplossingen onder ogen te zien en vooral geen definitief antwoord te verwachten.

Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

Verantwoording aan El Greco : autobiografische roman
Titel:
Verantwoording aan El Greco : autobiografische roman
Auteur:
Nikos Kazantzákis
# pagina's:
404 p.
Uitgeverij:
Styx
ISBN:
90-5693-015-X
Materiaal:
Boek
Sfeer:
Intens

Gerelateerde leestips