De tijden veranderen, of niet?
Wat gaat de tijd snel voorbij. Dat merk je pas als je de ervaring van drie generaties achter elkaar in een kort boek propt. Emiel, geboren eind jaren ’20, maakt een oorlog mee. Zijn dochter Hannelore, geboren eind jaren ’50 maakt revoluties mee en rebelleert zelf mee. En haar zoon, Matteo, geboren begin jaren ’90, beweegt zich door de optimistische milleniumwissel en de bijna apathische jaren ’10 van deze eeuw. Aan het einde van het boek is Emiel bijna 100, schat ik in en zijn reflectie over de tijden maakt het boek absoluut het mooist.
'Wat voor mij toen jazz was, weet ik niet wat vandaag voor mijn kleinzoon is, maar ik weet wel dat het geen muziek is waarop ik zou willen dansen. Ik wil hem niet onverbloemd horen uitspreken wat allemaal op zijn tong ligt. Ik ben bang dat ik dan een stem hoor waarvan ik hoopte dat ze voorgoed was uitgepraat.’
Wie maakt onze verhalen zo anders? Is het de tijd waarin we leven? Ondanks dat ze uit dezelfde familie stammen, zijn de waarden en normen van de drie hoofdpersonages heel anders. Ze voeden elkaar op, maar drijven elkaar ook van elkaar weg. Ze leiden hun leven, maar misschien leidt hun leven en de tijdsgeest eerder hen, waardoor aan het einde van het boek de cirkel weer rond is: waar Emiel jarenlang stil protest tegen voerde, manifesteert zich weer in zijn eigen kleinzoon, zonder dat iemand (ook de lezer bijna niet) het merkt.
Elvis Peeters schreef met De tijden weer een boek om lang over na te denken. Dat moet je kunnen, een boek schrijven dat iemand op twee dagen uitleest en dan vervolgens twee maanden niet meer loslaat.
Synopsis
Een vader, een dochter en een kleinzoon dragen de tijdgeest met zich mee en verzetten zich daar ieder op hun eigen manier tegen.