Sofie De Braekeleer
Leestip van Sofie De Braekeleer
Ik hoop dat ze in de hemel een bibliotheek hebben voor alle boeken die ik niet tijdig gelezen krijg!

Duister sprookje in vervallen kasteel

13 september 2022

Met Leesclubbing kan je bij GentLeest met je eigen leesgroepje een boek uit een categorie zoals zwartgallig, schaamteloos genieten, klassiekers van morgen, … lezen. Je leent een totebag met daarin vijf exemplaren, leesvragen en een lekkernij. Je moet dus enkel zelf voor de gretige lezers zorgen. Wij lazen We hebben altijd in het kasteel gewoond van Shirley Jackson. Deze schrijfster brak in 1948 door met haar kortverhaal ‘De loterij’. We hebben altijd in het kasteel gewoond is haar laatste boek en verscheen in 1962. Wij lazen de heruitgave. Deze werd uitgegeven door L.J. Veen Klassiek en Atlas Contact, werd vertaald door Rob van Moppes en komt met een nawoord door Niña Weijers.

In een redelijk afgelegen kasteel woont de familie Blackwood. Ze heeft daar altijd al gewoond. Jaren geleden stierven er vier familieleden tijdens een noodlottige maaltijd. Iemand mengde arsenicum door de suiker in de suikerpot. Constance die geen suiker eet, werd verdacht van de moord, maar uiteindelijk vrijgesproken. Zij en haar jongere zus Mary Katherine (Merricat) wonen sindsdien als kluizenaars in het kasteel, samen met de oude dementerende oom Julian. De dorpelingen hebben het niet op de familie begrepen en bekijken hen met vijandschap en argwanen. Als op een dag neef Charles opduikt om de familie te komen helpen, ruikt Merricat als enige argwaan. Vastbesloten haar familie te beschermen, is ze bereid tot het uiterste te gaan.

Shirley Jackson werd de koningin van de ‘American Gothic’ genoemd. Haar verhalen worden gekenmerkt door magische elementen en horror. Ze levert met dit boek een intrigerend, betoverend maar bevreemdend ‘horrorsprookje’ af.

Jackson beschrijft gedetailleerd hoe Merricat haar wekelijkse wandeltocht naar het dorp onderneemt om boodschappen te doen. Sinds de beschuldigingen durft Constance haar gezicht niet meer te laten zien uit angst voor de vijandige dorpelingen. Hoewel het ook voor Merricat een marteling is, neemt zij deze taak op zich om haar zus te beschermen. De wandeltocht naar het dorp wordt haarfijn uit de doeken gedaan, met alle obstakels die ze moet nemen: blijft ze in de schaduw of gaat ze aan de zonnekant lopen? Aan welke kant passeert ze minder vijandige dorpelingen? De lezer beleeft het allemaal mee. Ook leren we minutieus over de zeer strikt geordende routine in het kluizenaarsleven van de familie waar alle activiteiten een vast moment kennen.

‘Omdat Charles mijn dinsdagochtendtaak had overgenomen had ik niets omhanden. Ik overwoog naar de kreek te gaan, maar had geen reden om aan te nemen dat de kreek er zelfs maar zou zijn, want ik kwam daar nooit op dinsdagochtend.’

De personages zijn kleurrijk, fascinerend, maar ook vreemd. Constance lijdt aan enorme pleinvrees en poetst obsessief haar veilige thuishaven. Ze zorgt onophoudelijk voor de invalide oom Julian en verliest nooit haar geduld. Ze is heel toegeeflijk voor haar jongere zus Merricat, die voortdurend om dessertjes bedelt, maar ook degene is die magische elementen begraaft om hen te beschermen en voortdurend zorgvuldig de sloten op de deuren en hekkens controleert die hen moeten beschermen. Beiden praten met de kat. Oom Julian is dan weer obsessief bezig met het gedetailleerd neerschrijven van wat er de nacht van de vergiftiging gebeurd is.

We beleven alles vanuit het perspectief van Merricat. Zij is echter een onbetrouwbare verteller. Ze beschermt haar oudere zus ten koste van alles en schildert Charles af als de baarlijke duivel. Maar is het wel zo gezond om Constance te bevestigen in al haar angsten, zodat haar bewegingsruimte almaar verder inkrimpt? En hoe normaal is het rigide en fel beschermende gedrag van een kind dat nooit helemaal volwassen geworden is en geïsoleerd opgroeide tussen een dementerende oude man en een oudere zus vol fobieën. Neef Charles wil Constance uit haar isolement halen, terwijl Merricat niet wil dat er iets verandert aan de strikte routine in hun kleine veilige haven. Bovenal is hij echter verdacht geobsedeerd door de rijkdom die het kasteel herbergt en ergert hij zich mateloos dat juwelen en geld -in zijn ogen- nonchalant en onvoorzichtig beheerd worden. Dit is duidelijk een boek dat meerdere lezingen verdient en waarbij vanuit verschillende oogpunten gekeken kan worden naar de personages. Ook de dorpsfiguren zijn niet helemaal zwart-wit: zijn ze zo duivels als Merricat ze portretteert of overdrijft ze? En zo ja, doet ze dat met opzet of onbedoeld?

Tot slot nog een pluim voor de prachtige taal die het geheel echt afwerkt. Merricat probeert iemand ‘weg te dromen’ en …

‘op een avond ging ik naar de kreek en begroef oom Julians gouden vulpotlood met initialen vlak bij het water, zodat de kreek altijd zijn naam zou fluisteren.

Over Charles observeert ze het volgende:

‘Misschien wisten geld en Charles elkaar altijd te vinden, ongeacht hoe ver ze van elkaar verwijderd waren (…)’

Het boek is een absolute aanrader voor liefhebbers van magische verhalen die ermee overweg kunnen als niet alles duidelijk wordt op het einde.

Synopsis

De komst van een neef zorgt voor de nodige onrust onder de bewoners van een huis waar zes jaar geleden vijf familieleden zijn vergiftigd.

Sofie De Braekeleer
Leestip van Sofie De Braekeleer
Ik hoop dat ze in de hemel een bibliotheek hebben voor alle boeken die ik niet tijdig gelezen krijg!

We hebben altijd in het kasteel gewoond
Titel:
We hebben altijd in het kasteel gewoond
Auteur:
Shirley Jackson
# pagina's:
202 p.
Uitgeverij:
L.J. Veen Klassiek
ISBN:
9789020415391
Materiaal:
Boek

Gerelateerde leestips