Birgit Reynaert
Leestip van Birgit Reynaert
Je kan nooit boeken genoeg hebben.

Winteren

29 november 2021

Iedereen heeft het al eens gehad: een periode van tegenslag, ziekte, de dood,… en dat ervoor gezorgd heeft dat de tijd even stil stond en je op jezelf terug moest vallen. Het heet winteren, wat gelijk staat aan de winter wanneer het koud en grijs en donker is en zo ervaar je ook die periode. Katherine May deelt met ons een periode waarin zij gewinterd heeft en waarin zij ziek was en weer leerde genieten van de kleine dingen als de natuur, haar zoontje,… en niet in de ratrace van alledag zat waarin ze constant moest presteren en met de schouders erbovenuit steken. Tijdens haar winter leerde ze genieten van naar de sauna gaan en wat dat met een mens doet. Bij Finnen is naar de sauna gaan een ingeburgerd iets. Er zijn zelfs Finnen die een sauna in hun huis hebben. Ze trekt ook de natuur in en geniet van het noorderlicht, de roodborstjes die in haar tuin rondvliegen, het leven van de wolf, de levenscyclus van de bijen,… In de natuur vind je rust en zie je hoe de dieren meegaan met de seizoenen, terwijl bij ons alles steeds sneller moet gaan en hoe sneller hoe beter is.

Hieronder vind je twee mooie fragmenten om een indruk te krijgen van het boek en waarom je het zou moeten lezen:

In het hart van onze winter hebben we allemaal iets van een wolf. We behóéven in de archaïsche betekenis van het woord, alsof we iets ontberen en het moeten opzuigen om weer heel te zijn. Deze behoeften zijn vaak verbazingwekkend onlogisch: drugs en alcohol, die vergiftigen in plaats van herenigen; relaties met mensen waardoor we ons onveilig of ongeliefd voelen; spullen die we niet nodig hebben, die we ons niet kunnen veroorloven, die een schuldig blok aan ons been zijn, nog lang nadat de begeerte ernaar is weggeëbd. Onder deze puinhoop ligt een verlangen naar belangrijkere dingen: liefde, schoonheid, troost, een vlaag van vergetelheid zo nu en dan. Het dagelijkse leven is heel vaak geïsoleerd, somber en eenzaam. Een beetje hunkering is begrijpelijk. Een beetje hunkering kan in werkelijkheid de hartstochtelijke schreeuw naar overleving zijn.

In Of Wolves and Men onderzoekt Barry Lopez de mysterieuze vraag waarom wolven schijnbaar meer doden dan ze kunnen verorberen. ‘Wolven hebben op een andere manier honger dan we normaal gesproken onder honger verstaan’, zei hij. ‘Hun eetgewoonten en spijsverteringsstelsel zijn ingesteld op een alles-of-niets-bestaan en op het verkrijgen en verwerken van enorme hoeveelheden voedsel in een relatief korte tijd. Ze hebben min of meer altijd honger’. Omdat ze niet weten wanneer ze hun volgende maaltijd zullen vinden, moeten ze ervoor zorgen dat hun jongen aan niets ontbreekt. Lukt ze dat niet, dan zou dat op een gegeven moment de hongerdood kunnen betekenen.

Misschien is de wolf wel zo’n terugkerend hongerthema omdat we onszelf in schrale tijden erin weerspiegeld zien. Met name in de winter wordt dergelijke honger venijnig. Net als mijn tijdelijke vriend de wolvenspeurder kunnen we leren ontzag hebben voor onze wolven. Ondanks eeuwenlange menselijke inspanning houden ze stand.

Voordat we de lofzang gaan afsteken over de machinale efficiëntie van de utopische menselijke bijenkort, moeten we het ware bestaan van de bijen niet vergeten. Het zijn beslist verbazingwekkende dieren. Hun adaptatie – wat heet, hun pure wil om te overleven – is wonderbaarlijk. Maar hun bestaan zit ook vol grimmige efficiëntie. Hartje winter is het gebied rond mijn geliefde bijenkast vergeven van de bijenlijkjes: bijen die niet langer nuttig waren, die het makkelijkst vervangbaar waren en op de gevaarlijke missie van foerageren werden gestuurd; darren die aan het eind van hun bruikbare leven uit de kast werden gegooid.

Laten we er niet naar streven om net als mieren en bijen te worden. We kunnen genoeg bewondering koesteren voor hun ingewikkelde overlevingsmechanismen zonder onszelf er volledig naar te modelleren. De mens is niet eusociaal, wij zijn geen naamloze eenheden in een superorganisme of louter cellen die vervangbaar zijn wanneer we het eind van ons bruikbare leven hebben bereikt. Het leven van een sociabel insect zegt niets over dat van ons. Onze levens nemen verschillende vormen aan. Wij functioneren niet – zoals de honingbij – in een lineaire aaneenschakeling van vaststaande taken. Wij zijn niet steevast van nut voor de wereld in het algemeen. We hebben het over de complexiteit van de bijenkorf, maar de menselijke maatschappij is oneindig veel complexer, vol keuzes en vergissingen, gelukzalige tijden en periodes van opperste wanhoop. Sommigen van ons dragen uitvoerig bij aan het geheel en zijn sterk zichtbaar. Anderen maken deel uit van het tikkende levensmechanisme, de toegevoegde rijkdom van kleine gebaren. Alles is van belang. Alles weef het bredere web dat ons verbindt.

In de eusociale bijenkort zou een periode van winteren van een enkeling betekenen dat je in belang van het groteren geheel verstoten wordt. En het zou best kunnen dat een bij er inderdaad niet meer bovenop komt. Maar een mens wel. Wij kunnen jaren doormaken waarin we onszelf als een negatieve aanwezigheid in de wereld ervaren, maar we zijn bij machte om weer op te krabbelen. Wij kunnen niet alleen hersteld naar onze familie en vrienden terugkeren, we zijn ook in staat om meer mee te brengen dan voorheen: toegenomen wijsheid, meer compassie, een groter vermogen om diep in onze wortels te reiken in de wetenschap dat we water zullen vinden.

Van nut zijn is een nutteloos concept als het op de mens aankomt. Volgens mij is het nooit de bedoeling geweest dat we over anderen zouden denken in termen van nut voor ons. We hebben een huisdier omdat we het leuk vinden om ervoor te zorgen; we geven vrijwillig extra geld uit aan eten, schappen ontlasting in plastic zakjes en noemen dat ontspannend. We richten onze genegenheid op de meest hulpeloze burgers denkbaar – baby’s en kinderen – om redenen dei niets te maken hebben met hun toekomstig nut. We bloeien op bij zorgzaamheid, bij het uitdelen van liefde. De meest hulpeloze leden van onze families en gemeenschappen houden ons bij elkaar. Zo gedijen we. Onze winters zijn sociale lijm.

Zo zie je maar: iedereen beleeft wel eens een winter in zijn/haar leven en dat is oké. We kunnen niet altijd opgewekt en vrolijk zijn, maar soms moeten we naar binnen keren om daarna weer te heropleven en te genieten van het leven.

Synopsis

Winteren verkent op een prachtige en troostrijke manier de donkere periodes van het leven, wanneer we ons moeten terugtrekken om onszelf te verzorgen en te herstellen.

Birgit Reynaert
Leestip van Birgit Reynaert
Je kan nooit boeken genoeg hebben.

Winteren
Titel:
Winteren
Auteur:
Katherine May
# pagina's:
288
Uitgeverij:
Nieuw Amsterdam
ISBN:
9789046828854
Materiaal:
Boek
Onderwerp:
Winter, Levenskunst, Mens en natuur

Gerelateerde leestips