Verdriet, pijn, rouw: jouw manier en die van mij
Tutta la vita che resta - of in het Nederlands Alles wat blijft - van Roberta Recchia wordt omschreven als een familieroman. Ik vind het boek veel meer dan dat!
Het verhaal begint in 1956 in Rome: De rebelse Marisa (love it dat ik dezelfde naam heb!) en de eerder teruggetrokken Stelvio vallen als een blok voor elkaar.
We maken een sprong naar 20 jaar later: ze zijn getrouwd en hebben een ravissante dochter: Isabella, of kortweg Bella. Net zoals haar moeder toen ze jong was, loopt ook Bella niet graag in de pas. Ze is goed opgevoed en doet het goed op school, so far so good. Daarnaast doet ze ook graag eens iets wat haar ouders niet weten...
Elke zomer trekt ze met haar familie naar hun strandhuis aan zee. Voor Betta staan die zomermaanden synoniem voor vrijheid, plezier, ontdekkingen, avontuur, jongens, enz. Deze zomer is ook haar nichtje, Miriam, meegekomen naar zee. Miriam is veel frêler en is een verlegen meisje. Een beetje het tegenovergestelde van Betta.
Als ze 's nachts samen op pad gaan om via het strand naar een plaats te gaan waar jongeren samenkomen en plezier maken, gebeurt er een vreselijke ramp. Ze worden door een aantal jongens aangerand, gruwelijk toegetakeld en Bella komt om het leven. Miriam, die zelf ook verkracht wordt, is getuige van het tafereel. Door de schokgolf die het overlijden van Bella met zich meebrengt, besluit Miriam met niemand te delen dat ze erbij was.
In de jaren die volgen op het drama volgen we Marisa, Stelvio en Miriam.
Elk proberen ze op hun manier de pijn en het gemis een plaats te geven.
Stelvio door bezig te zijn, Marisa door in bed te blijven liggen en Miriam door terug naar huis te gaan en weg te kwijnen.
Door een onverwachte ontmoeting slagen de 3 hoofdfiguren uit het boek erin om naar elkaar toe te groeien, samen ruimte te geven aan hun pijn en hun rauwe werkelijkheid traag maar zeker om te buigen en opnieuw te leven.
Ik heb een zwak voor verhalen waaruit een zekere tristesse spreekt. Wellicht omdat ik zelf op vrij jonge leeftijd geconfronteerd werd met een traumatische verlieservaring, spreken ze me zo aan. Op de een of andere manier zijn ze deels herkenbaar en brengen ze troost. In haar boek vertelt Roberta Recchia op een prachtige doorleefde manier het verhaal van de zoektocht naar zingeving na een traumatische gebeurtenis. Hoe geef je een plaats aan het noodlot? Hoe kan je kwetsbaar en tegelijk sterk zijn. Hoe kom je ooit een dergelijk drama te boven?
Maar ook: hoe sterk zijn we als individu en samen, als we in staat zijn om echt te delen en ons in te leven in de ander.
Ik las het boek in zijn originele versie dus kan niet oordelen over de vertaling.
Spoiler alert....
Ik ben nu het tweede boek van Recchia aan het lezen: Io che ti ho voluto così bene (Ik die je zo heb liefgehad) en het is alweer een prachtig boek!
Het heeft een link met het verhaal hierboven. Deze keer is het niet van de kant van het slachtoffer maar van de kant van de dader bekeken. Alhoewel, dader... het is beter om te schrijven 'de omgeving van de dader' en hoe verwoestend dit gruwelijke drama is voor hen. Ik heb het nog niet helemaal uit, maar ik beveel ook dat boek ten zeerste aan!
Synopsis
In een Italiaanse familie die getergd wordt door verlies en trauma, proberen een vader, een moeder en een nichtje ieder op hun eigen manier een weg te vinden uit hun verdriet, en naar elkaar.