Op zoek naar
Eigenlijk zijn er twee verhalen: de vernieuwde toenadering van Lize tot haar eigen moeder nu die kanker heeft, aftakelt en tenslotte sterft en daarnaast het verhaal van de dochter die zich haar jeugd herinnert, daarbij teruggrijpt naar haar dagboeken als tiener, en zichzelf observeert om inzicht te krijgen in de verstoorde relatie met haar eigen lichaam.
Het wordt geen afrekening maar een poging om de ouders te begrijpen. Ze zijn allebei alcoholverslaafd en daardoor verwaarlozen ze hun vier kinderen emotioneel. Ze zijn niet van het aanhalige type en tonen geen affectie, kunnen of durven niet echt communiceren of hun gevoelens onder woorden brengen en zoeken daarom hun toevlucht tot de drank. Ondanks de moeilijke jeugd van Lize groeien er uiteindelijk toch liefde en mededogen met de trieste figuur die de moeder eigenlijk is.
Het is een sterk autobiografisch verhaal waarbij de lezer veel (te veel) te weten komt over Lize, haar lichaam, haar seksuele evolutie, diabetes, kwaaltjes en problemen. De rest van de familie blijft vaag beschreven, ze geeft alleen zichzelf en haar moeder prijs.
Veel fragmenten zijn niet echt nodig, het boek had beknopter gekund en zou daar beter door geworden zijn. Het leest vlot, de observaties zijn scherp, ook al beweren sommigen dat het moeilijk is om er je aandacht bij te houden. Er zitten opvallende, originele beelden in, maar niet altijd.
De moedige zoektocht van Lize Spit naar haar moeder en naar zichzelf is zeker het lezen waard.
Synopsis
Persoonlijke verhalen waarin de Vlaamse auteur (1988) de moeizame relatie met haar ongeneeslijk zieke moeder beschrijft.