De dialectiek in de Duitse geschiedenis
De dialectiek in de Duitse geschiedenis wordt treffend weergegeven door Nobelprijswinnaar Heinrich Böll in Billard um halb zehn (1959), Biljarten om half tien. Drie generaties van een architectenfamilie staan in relatie met een abdij (waarvoor de Benedictijner abdij Maria Laach nabij Koblenz model staat).
Grootvader Heinrich Fähmel heeft de abdij gebouwd, de vader Robert blaast de abdij als architect op omdat ze op het einde van de Tweede Wereldoorlog in het schootsveld zou staan van de artillerie. Waarna hij zich in stilzwijgen terugtrekt en elke dag om halftien in hotel Prinz Heinrich gedurende anderhalf uur biljart speelt. Joseph Fähmel, die behoort tot de derde generatie ten slotte, is betrokken bij de heropbouw van de abdij volgens de oorspronkelijke plannen.
De roman schetst aan de hand van deze familiekroniek de Duitse geschiedenis van de eerste helft van de twintigste eeuw en is tegelijk een afrekening met de gebrekkige denazificatie in de Bondsrepubliek anno 1958. Het gebeuren speelt zich af op één enkele dag, zaterdag 6 september 1958, waarop de verjaardag wordt gevierd van de oude Fähmel. In de slotscène snijdt hij de verjaardagstaart in de vorm van de abdij in stukken. Hiermee kunnen de personages dit hoofdstuk in hun leven afsluiten.
‘De Oude liep rood aan, sprong op het model in taartvorm toe, hief zijn vuisten op als een trommelaar die zijn krachten verzamelt voor een koortsig geroffel, en een ogenblik leek het alsof hij het suikergebak zou vermorzelen, maar hij liet zijn omhoog geheven vuisten weer zakken, slap hingen zijn handen opzij; hij lachte zacht (…) Hij wachtte tot de kelners en dienstmeisjes naar buiten waren gegaan en riep: ‘Vooruit kinderen, geef me een groot mes en een taartbord.’
Hij sneed als eerste de torenspits van de abdijkerk eraf en reikte het bord aan Robert.’
Het boek inspireerde mij om zelf te leren biljart spelen. Dat doe ik uitsluitend met de biljartkeu die ik van mijn vader en misschien wel van mijn grootvader heb geërfd. Hij is zwaar want vervaardigd uit donkerzwart mahoniehout, ingelegd met parelmoer en ivoor.
Bij het biljartspelen heb ik de architect voor ogen die zich elke dag om halftien stipt stilzwijgend aan het spel wijdt. De handsetting op de kaft van het boek van Böll is overigens perfect.
(vertaling JDV)