Verpletterend zwart
Blindelings brengt het relaas van één dag, een noodlottige
vrijdag waarop het leven van vier personages wordt gevolgd.
Afwisselend en in korte hoofdstukken komen Jonas, zijn moeder
Abigail, zijn vader Karel en hulpverleenster Anouk aan het woord. Het
is echter duidelijk dat Jonas de hoofdpersoon is, niet enkel omdat
hij meer hoofdstukken heeft, maar vooral omdat alleen zijn verhaal in
de ik-persoon is geschreven.
De openingszin zet
meteen de toon: 'Ik heb daarnet mijn hond afgemaakt en aan de vissen
gevoerd. Een schot tussen de ogen. Welgemikt. Hoe ik het kon.’
Door vermelding van
tijdstip en plaats bij elk nieuw hoofdstukje vordert de dag en wordt
ook de spanning opgebouwd. Door middel van flashbacks wordt de puzzel
gelegd , stukje per stukje, en op het einde van de dag – einde van
het boek – krijgt de lezer een antwoord op het waarom van de
openingszin. Onderweg word je regelmatig blindelings op een verkeerd
spoor gezet, of neen: dit doe je als lezer zelf. Een schitterende
opbouw waarbij mondjesmaat belangrijke informatie wordt vrijgegeven.
Het centrale thema
is de moeder-zoon relatie, waarbij de moeder haar kind gebruikt als
verlengstuk van zichzelf. Over de zwangerschap van Abigail legt de
auteur Jonas volgende woorden in de mond: “Zij was toen al de mal
van wat ik worden moest. Ik zou haar vormen blijven aannemen, alsof
ik nooit geboren werd.” Hoe giftig kan moederliefde zijn.
Het literaire
meesterschap van Kris Van Steenberge komt ook in dit werk tot uiting.
Een vlotte schrijfstijl, korte zinnen, soms doorspekt met een vleugje
humor, schitterende metaforen.
Ook deze roman
blijft lang nazinderen.
Synopsis
Enkele leden uit een gezin en een hulpverleenster worden gedurende een vrijdag gevolgd, waarbij dramatische gebeurtenissen leiden tot ondergang en teloorgang.