‘Bloemen van steen,’ je overdonderde mij
Ik had het boek net uit rond 11 november, heel toepasselijk. Maar ik moest even op mijn woorden kauwen om mijn leesgevoel net te pennen. Het boek en de schrijfster, mij onbekend, trok aan mij om diverse redenen. Italië, Tirol, de Italiaanse Alpen, Karinthië, ik ben er graag, ze overweldigen mij en ik kan er in opgaan. Mij nederig voelen. Een gevoel dat ik bij het afsluiten van dit boek enkele dagen in mij mee droeg. “Anin, senò chef biadaz ai muren ensje di fan.’ Laten we gaan, anders gaan die stakkers ook nog dood van de honger. (Maria PLozner Mentil, 1884-1916)
Het is een allesomvattende zin over de epische onderneming van ‘Le Portatrice’, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de Italiaanse loopgravenoorlog in de Karnische Alpen waar de nietsontziende ‘Witte duivels’, scherpschutters die het loopgravenstelsel en de rotspleten onveilig maakten maar die door diezelfde geschiedenis genegligeerd werd. Het verhaal, gebaseerd en geromantiseerd op echte feiten balt de feitelijke gebeurtenissen van twee jaar in een paar maanden. Maria Plozner Mentil was het symbool van die draagsters, eenvoudige vrouwen met een buitengewone morele kracht gehard door het armoedig bestaan. Zij droegen alles wat de frontsoldaten nodig hadden bergopwaarts, bevoorrading maar ook munitie, obussen dynamiet en neerwaarts terug gesneuvelden in manden op hun rug. Hun opofferingsgezindheid en waanzinnig doorzettingsvermogen lijkt heden ten dage hallucinant, iets dat wij niet meer kunnen vatten. Terug, dit maakt mij ootmoedig.
Ilaria Tuti brengt Maria Plonzer Mentil in de proloog in 1976 tot leven als Agata, een terugkerende oude vrouw die afscheid komt nemen van haar geliefde Friuli, grenzend aan Slovenië en Oostenrijk. In nauwelijks anderhalve pagina werd ik overdonderd door die prachtige taal, een taal die grenst aan proza, woorden en zinnen die je meevoeren doorheen dalen en bergtoppen maar evenzeer naar de binnenruimtes van haar personages. Zij laat je kijken en meevoelen met Agata die alleen in de armzalige oorlogsmiserie en hongersnood haar vader verzorgt en totaal geen toekomst ziet voor haarzelf. Er is er wel een maar dat is er een die haar nog verder in een onderdanige positie zal duwen. Haar trots en haar intelligente standvastigheid laten dat niet toe. Het is ook die kracht die haar doet spreken voor haar vriendinnen en het respect afdwingt van de frontsoldaten en hun meerderen, mannen in een mannenbastion, een mannenwereld waar vrouwen niet aanzien worden als volwaardig. De prachtige vertaling van Hilda Schraa brengt dit volledig tot zijn recht. Na die proloog vertelt de teruggekeerde Agata haar verhaal dat start in juni 1915, het moment dat generaals en strategen eindelijk begrepen hebben wat boeren en houthakkers altijd al wisten: er zijn geen begaanbare paden om met muilezels proviand en munitie bergopwaarts te brengen. Zij beslissen en hijsen hun manden op hun rug. Het is de start van een episch verhaal van vijf bijzondere vrouwen gezien door de ogen van Agata, elk met hun eigen besognes en dromen. Doorheen de beschrijving van de verscheidene tochten opwaarts en neerwaarts verweeft Ilaria de levens van die vijf vrouwen in het dorp waar de honger heerst en de almen waar de dood en vernieling heerst maar ook de ontvoogdingsstrijd van de vijf. hun toekomst wordt eens te meer door de bergen bepaald. Bijwijlen hard, heel hard en onthutsend maar ook prachtig en liefdevol. Het hele verhaal leest ook als een thriller omdat je pas op het einde toe weet hoe het Agata zal vergaan, ‘Witte duivels’ doen ook maar wat hun opgedragen wordt.
Bloemen van steen, je overdonderde mij en ik weet dat eenieder die het zal lezen naar adem zal happen. Je kan niet anders dan respect afdwingen, zeker na het lezen van de aantekeningen van de schrijfster.
Jan Stevens, redacteur boekensite.gent
Synopsis
Het verhaal van de moedige Italiaanse vrouwen uit het noordoosten van Italië, die tijdens de Eerste Wereldoorlog zorgden voor de bevoorrading van de verdedigingslinies in de bergen.