Een intelligent geschreven familieroman, zo herkenbaar
“Het perfecte boek voor wie dubbele gevoelens heeft over zijn eigen familie!”, deze zin staat op de achterflap en zegt zovéél.
Volgens de auteur gaat het vooral over trauma’s uit het verleden/de jeugd en hoe een persoon daarmee kan leven, deels loslaten en hoe de ander dit juist meesleurt, levenslang. Trauma’s over het gebrek aan liefde, verkeerde keuzes of keuzes die je niet mocht of kon maken, onbegrip van het gezin en familieleden en verdriet, veel verdriet.
Dit verhaal gaat over het leven in een naoorlogs gezin, met vier kinderen en een kruidenierszaak. Meehelpen was dan ook de boodschap voor de kinderen. Bij het begin van het boek zijn de vier kinderen Renate, Rinus, Roos en Ruud allen gepensioneerd. Renate krijgt een jaar na het overlijden van hun hoogbejaarde moeder een mail van Ruud met de vraag of de uitkering van de erfenis kan herzien worden. Renate weigert en zet meteen de toon voor de aanstaande familiereünie. De beerput van oude familieruzies, nare herinneringen en wederzijdse verwijten wordt opengetrokken. Dit alles kan je lezen op de achterflap.
Het is een heel herkenbaar verhaal voor mensen die opgroeiden in diezelfde naoorlogse periode en geschreven door iemand die deze generatie heel goed kent door beleving en observatie. Elk van de broers en zussen komt aan het woord. Ze hebben allemaal geleden in hun jeugd en in het gezin, de een al meer dan de ander. Het is vooral Renate die haar boosheid en wanhoop niet kan loslaten. Ze is boos op de hele wereld, door die houding stoot ze haar familie af en betaalt daar een hoge emotionele prijs voor.
Rinus is de knappe kop van het gezin en mocht studeren. Hij werd uroloog. Hij beging echter een misstap die hijzelf later betreurt en die zijn hele familie hem kwalijk neemt.
Roos is de opstandigste van de vier, weigert te helpen in de winkel, wil en zal haar eigen weg opgaan onder het motto:” Ik ben mezelf en ik word zoals ik wil zijn.” Maar ook dat is niet eenvoudig en zij komt zichzelf meermaals tegen in het leven.
En dan is er nog Ruud, het zwarte schaap van de familie omdat hij niet zo’n studiekop heeft. Hij werkt zich sinds zijn zestiende uit de naad en ‘maakt’ het in de bedrijfswereld en is bovendien gelukkig getrouwd. Ondanks zijn rijkdom maakt ook hij zijn eigen grote tragedie mee en gaat er bijna volledig onderuit.
De kinderen van deze vier komen ook nog ter sprake. Zij zijn druk bezig met de voorbereidingen van de familiereünie. Ze zijn een hechte groep nichten en neven en zijn dan ook niet mals voor hun ouders. Het moet nu maar eens gedaan zijn met die ruzies. Ze zeggen letterlijk: ”Wij hebben besloten dat het tijd wordt dat de jongere generatie , wij dus, ingrijpt.”
Hoe en of dit zal lukken dat moet je zelf maar lezen. Het is alleszins een vlot lezend en intelligent geschreven verhaal. De vier hoofdpersonages worden met hun goede en kleine kantjes beschreven als ‘mensen’, zoals we allen zijn.
Jammer dat ik vorige boeken niet las. Blijkt dat na Zadelpijn en ander damesleed (de titel alleen al) en Pensionado’s het bijna 20 jaar duurde voordat Broeinest er toch kwam.