Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

De morbide minnaar

9 juni 2020

De morbide minnaar

Georges Rodenbach (1855-1898) was afkomstig van Doornik, maar groeide op in Gent. Hij bezocht er het Sint-Barbaracollege waar hij de latere dichter Emile Verhaeren leerde kennen, en studeerde vervolgens rechten aan de universiteit. In 1879 werd hij advocaat aan de Gentse balie, daarna aan de Brusselse, om in 1888 naar Parijs te verhuizen en zich voltijds aan de letteren te wijden. In het parkje van het Gentse Sint-Elisabethbegijnhof staat te zijner nagedachtenis een beeld van George Minne, dat verwijst naar zijn korte roman Bruges-la-Morte, wellicht zijn meest bekende werk, ook vanwege bewerkingen voor film (o.a. door Roland Verhavert) en opera (Die Tote Stadt van Erich Wolfgang Korngold).

Bruges-la-Morte (1892) baadt in een decadentistisch-symbolistische sfeer. De stad Brugge zelf heeft het karakter van een personage gekregen. "Toute cité est un état d'âme", schrijft Rodenbach, elke stad is een gemoedstoestand. In dit geval is die gemoedstoestand er een van ziekelijke rouw. Hugues Viane is zich in Brugge komen vestigen na het overlijden van zijn jonge echtgenote. Zijn woonkamer is ingericht als een heiligdom om haar te herdenken. Op de piano, in een glazen schrijn, ligt als een relikwie de blonde haardos uitgestald die hij van de dode heeft afgeknipt. Aan de dode vrouw beantwoordt de dode stad, want ook Brugge is dood sinds de zee zich terugtrok.

Maar op een avond kruist Viane iemand, in wie hij de perfecte reïncarnatie van zijn echtgenote meent te zien. Hij knoopt een relatie aan met deze Jane Scott, die danseres blijkt te zijn, en gaat haar onderhouden. Is hij verliefd? Hij wil in eerste instantie de zinsbegoocheling bewaren dat de overledene er terug is, en het lijkt "alsof Brugge ook uit zijn graf was verrezen en zich voordeed als een nieuwe stad die op de oude leek."

Maar Jane is natuurlijk niet de overledene, hoezeer Viane zich ook inspant om de gelijkenis te perfectioneren. Hij begint haar vulgair te vinden, zij wordt zijn zwartgalligheid beu. En in het katholieke Brugge, met zijn "besmettelijke verheerlijking van de kuisheid", wordt de bedroefde weduwnaar als snel het voorwerp van "vrome verontwaardiging" en uiteindelijk spot.

Maar ondanks wroeging, zondenbesef en zelfverachting kan Viane Jane niet lossen. Hij begint haar te begeren om haarzelf, wordt jaloers, schaduwt haar, en krijgt het bewijs dat ze hem bedriegt. Toch smeekt hij haar om hem niet te verlaten. Zij van haar kant begrijpt dat hij haar niet kan missen en, in de wetenschap dat hij welgesteld is en niet meer zo jong en gezond, begint ze op zijn erfenis te azen. Op de dag dat de Processie van het Heilig Bloed langs zijn woonst voorbijkomt, laat ze zich door hem uitnodigen. Doel: zijn rijkdom nader inschatten. Op die manier dringt ze ook het heiligdom binnen en ontwijdt ze ten slotte de relikwie, met fatale gevolgen.

Viane is een negentiende-eeuwse Orpheus die in de Hades van Brugge tevergeefs zijn Euridice zoekt. Hij vindt alleen een verraderlijke dubbelgangster. Het verhaal, dat door dit dubbelgangersmotief ook een fantastisch kantje krijgt, wordt geritmeerd door de vele wandelingen van Viane door de stad en door het gelui en geklep van de vele klokken en klokjes die Brugge rijk is. Dit sfeervolle proza is beslist een donkere parel van de Belgische Franstalige literatuur van het fin de siècle.

Meteen nog een extra tip voor de geïnteresseerden. Franz Hellens (1881-1972), ook al leerling aan het Sint-Barbaracollege en vervolgens student rechten, schreef een Gentse tegenhanger van Bruges-la-Morte. Van hem verscheen in 1906 En ville morte met illustraties van Jules De Bruycker. De opdracht zet meteen de toon: "Aan u, vervloekte en schone Stad, verleidelijk en vervallen, hermetisch als een graf, draag ik deze doorleden bladzijden op, als herinnering aan tien jaar gevangenschap tussen uw muren…"

De dichter George Stella en zijn geliefde Lélia dreigen voortdurend verpletterd te worden door de stenen zwaarte van een stad in ruïne, beheerst door het monsterlijke gedrocht van het Gravensteen. Mist, duisternis en motregen zijn alomtegenwoordig. Zelden bieden een flard muziek, het witte deken van de sneeuw of de rust van het begijnhof een beetje soelaas.

Dit poëtisch proza was een debuut, en met zijn gezochte woordkeus en beeldentaal is dit bepaald niet het beste werk van Hellens. Maar hij had wel oog voor de miserie van het proletariaat, en dat maakt deze terneerdrukkende schets wellicht toch de moeite waard als beeld van een (gelukkig) verdwenen Gent. Het boek zit in de Krook, zij het als gefotokopieerd exemplaar.

Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

Titel:
Bruges-la-morte
Auteur:
Georges Rodenbach
# pagina's:
168 p.
Genre:
Stadsromans
Uitgeverij:
Labor
ISBN:
2-8040-1297-2
Materiaal:
Boek
Sfeer:
Donker

Gerelateerde leestips