Ieder wezen is iets dat er om roept anders te worden gelezen
De geschiedenis van het potlood is, tot nu toe, mijn vierde én favoriete boek van Peter Handke. Ik zit zo opgestookt met loftuitingen dat ik niet anders kan om deze als leestip aan te prijzen. Het boek bestaat uit een verzameling aantekeningen uit de periode tussen 1976 en 1980. Ze bevatten invallen, aforismen, natuurbeschrijvingen, emoties, gevoelens, herinneringen en citaten van andere auteurs (voornamelijk Goethe en Flaubert floreren regelmatig). De titel van dit boek geeft al aan tot welk principe deze overstelpende verzameling teksten te herleiden valt: het potlood. Ieder ander schrijfmedium zou het geschrevene een ander karakter geven. Het potlood is altijd bij de hand, het geeft aan het geschrevene het karakter van directheid en vluchtigheid. Hij schetst als verkenning; als trage omsingelingen voor de juiste zin. Peter Handkes notities vormen een boek waarin als het ware tussen de zinnen door wordt gedobberd. In de warboel vloeien de notities simultaan in elkaar over door het ontbreken van afsluitende punten aan het slot van de tekstbrokken. Daardoor wordt het boek ook gekenschetst door een tijdloos karakter. Uiteindelijk wordt er zo toch een verhaal gevormd dat graaft naar taal waar het verborgen ligt en waar keer op keer eigen levenservaringen uit heden en verleden worden herontdekt en in een juister licht worden geplaatst. Je voelt je begrepen. Meer dan een roman verlangt dit boek tijd en aandacht. Ik ‘stoorde’ me met name aan het feit dat het leestempo werd afgeremd omdat ik vrijwel elke pagina moest stoppen om een aantekening te maken. Het boek heeft zowel qua stijl als thematiek een romantische inslag. Beelden uit de werkelijkheid wil hij op poëtische wijze gestalte geven, een poëtische taal die het klassieke kunstwerk tot stand brengt. De Oostenrijker heeft zich in eenzaamheid afgezonderd en zichzelf buiten de geschiedenis geplaatst. Hij heeft de maatschappelijke werkelijkheid onomkeerbaar de rug toegekeerd. Als kunstenaar en natuurmens verzet hij zich zo niet tegen de rede, maar is het klassieke voor hem juist het natuurlijke en het wetmatige. Als lezer gaat Handke te rade bij de geschiedenis van de vormen om hetgeen dat hem overweldigt vorm te geven, het onuitsprekelijke te formuleren. Hij gelooft echter in iets dat boven de rede uitstijgt het hemellied, de hemelschreeuw. Alhoewel zijn geloof niet op iets gericht is, spreekt hij toch de naam van God uit die hij nodig heeft voor een soort vollediger menswording, een verlangen naar wereldomspannende totaliteit. Ik waardeer De geschiedenis van het potlood vooral voor de weergalmende, mysterieuze impressies van verhalen die tegelijk verhelderingen teweeg brengen. Het boek is van een geheimzinnig, onbekend ras. Na de lezing vraagt niemand zich af ‘wat wil dat zeggen?’ en tegelijk blijft alles volstrekt raadselachtig. Kunst hoeft niet concreet te zijn maar staat in dienst van een idee, het aanzetten tot denken. En dat is precies wat dit boek doet: aanzetten tot denken, niet slechts meedenken maar volwaardig denken. Daar ligt voor mij vooral de kracht en de schoonheid in van dit (kunst)werk: als inspiratiebron. Het is een boek dat elke schrijver slechts een halve pagina van zou moeten lezen voordat hij begint te schrijven: "Bij elke zin die in je opkomt, stel jezelf de vraag: is dit echt mijn taal?" Peter Handke rondt zijn aantekeningen af met vuile handen: “Ik sluit het jaar af met inktvlekken op mijn handen; en ik zweer de sterren en het ruisen van de wind trouw." Ik hijg en zinder nog even na, kijkend naar mijn eigen handen met mijn hoofd in de wolken. Sensationeel! |