Diepe pijn gefileerd met scherpe pen
In de bundel kortverhalen De knetterende schedels, voor het eerst gepubliceerd in 1969, portretteert de even getormenteerde als getalenteerde Vlaamse schrijver Roger Van de Velde zijn lotgenoten, zijn ‘compagnons de misère’, in de instellingen waar hij als geïnterneerde verbleef. Empathie gecombineerd met een sterk observatietalent, oog voor detail (tussen de verboden voorwerpen vindt een vrijgelaten kompaan “een abonnement van Antwerp F.C. seizoen 1955-1956 (…) na al die jaren natuurlijk waardeloos”) en literaire flair zorgt voor sterke portretten van verloren zielen.
Via gedetailleerde beschrijvingen maken we kennis met een roker die richtlijnen denkt te ontvangen van Prometheus, een man die zijn geliefde kat vermoordt wanneer ze zijn rosbief opeet, een ‘markies’ die schuldbekentenissen bij de vleet uitschrijft, een doofstomme “over wiens misdrijf ook door de anderen in alle talen werd gezwegen”, een barbier die zich verraden voelt en angst inboezemt met zijn scheermes, een uitgemergeld man die poedelnaakt rond paradeert, een Griekse Gary Cooper, een man die overal wormen ziet en sterft (“zijn lichaam was goed voor de wormen”) of eentje die niet goed spoort en door taalverwarring gezien wordt voor een trompetspeler.
Van de Velde blinkt uit in gedetailleerde fysieke beschrijvingen maar legt in zijn vaak abrupt (de absurditeit van het bestaan illustrerende) eindigende kortverhalen vooral emoties (of het ontbreken daarvan) bloot. “Ik voelde mij zo onuitsprekelijk rot, dat ik in snikken had kunnen uitbarsten. Maar ik was mijn tranen al zo lang kwijt.” Tegelijk wordt fataliteit belicht. Een bewaker wenst een vrijgelaten man ‘geluk’ maar “veel beter dan de dokters wist hij dat Bossuyt over drie, vier dagen berooid en waarschijnlijk bezopen opnieuw in het asiel opgenomen zou worden. En dat was dan nog altijd beter dan hem te laten creperen in die verkankerde maatschappij met haar ingeblikte groenten en haar talloze verboden voorwerpen.”
Beklijvende literatuur – de wervelende vertelstijl van Van de Velde gaat gepaard met indringende tragiek en ontluisterende humor – die extra diepgang krijgt voor wie Ellen Van Pelts uitstekende biografie Deze wereld is geen ergernis waard doorneemt maar die je sowieso een krop in de keel bezorgt. Dit is authentieke literatuur, een hartenkreet, tegelijk een getuigenis én een protest schreeuw die blijft nazinderen.
“Als ik in het besef van de nutteloosheid toch een slag in het water wil geven, dan moet het wel zijn omdat het evenzeer in de menselijke aard ligt dat pijn een uitweg zoekt in een kreet” schrijft Van de Velde in het eveneens in deze editie opgenomen ‘Recht op antwoord’, “laat mij dit geschrift, waaraan alle speculaties vreemd zijn, daarom een protest noemen tegen een even absurd als onmenselijk avontuur, dat nu reeds zes jaar van mijn leven heeft verkankerd en dat ongetwijfeld ook mijn toekomst zal blijven hypothekeren.”
Synopsis
Verhalen en een essay.