Een boek uit mijn geboortejaar 1963 dat voor altijd onder mijn huid blijft zitten
Een beklemmend en aangrijpend overlevingsverhaal
Stel je voor: je gaat even chillen in de blokhut van een familielid om te ontsnappen aan de ratrace van de wereld. (ook al is het nog maar 1963, opvallende vaststelling dat er ook toen mensen al die behoefte hadden!)
Op onverklaarbare wijze verschijnt er kort na aankomst een soort glazen wand die het hoofdpersonage niet alleen afgescheiden houdt van de rest van de wereld. Als ze erdoorheen kijkt kan ze op beperkte wijze ook merken dat er buiten de wand geen leven meer is.
Heel kort doch heel prangend is dat het gevecht dat het hoofdpersonage in De wand te voeren heeft: omgaan met het feit dat ze niet weet, en wellicht ook nooit te weten zal komen, wat er met de buitenwereld is gebeurd, en voor zichzelf het begin van een overlevingsgevecht tegen de elementen.
De enige andere personages in het boek zijn dieren, een hond, een aantal katten, een koe, die tegelijk een bijkomende zorg zijn maar ook bijdragen aan haar overleven, de koe heel letterlijk door de melk die ze voortbrengt, haar kalven en het vlees dat ze uiteindelijk biedt, de hond en de katten elk op zeer eigen wijze in gezelschap en de mate waarin ze de behoefte aan intimiteit en aanraking invullen.
Dit boek gaat absoluut onder je huid zitten, het is onmogelijk te vergeten. (het werd ook verfilmd)
Ik las het eerder dit jaar maar dus na Corona en voor mij was het heel confronterend te merken hoe de eenzame, harde, confronterende strijd van de vrouw mij voortdurend aan de Coronatijd deed terugdenken.
Synopsis
Door een merkwaardig voorval raakt een vrouw gei͏̈soleerd van de rest van de wereld.