Maatschappijkritiek met veel humor – een must read!
Zelf moest ik even wennen aan de stijl van Pfeijffer: soms ellenlange zinnen, veel beeldspraak, maar wat een sublieme woordenpracht!
De schrijver neemt je mee in twee verhalen, zijn huidig verblijf in Grand Hotel Europa enerzijds en anderzijds zijn passionele, maar destructieve liefdesrelatie met Clio die uiteindelijk fout liep en die de reden is waarom hij in het hotel verblijft. Hij wil de teleurstelling hier van zich afschrijven en aldus zijn wonden likken en rouwen.
Maar in beide verhalen kan Pfeijffer zijn ei kwijt. Zo heeft hij het over de gevolgen van het massatoerisme en beschrijft hij verschillende types toeristen. Soms hilarisch, soms pijnlijk herkenbaar. De toekomst van Europa en de teloorgang van haar leidende rol in de wereld komen ter sprake: een beangstigend realistisch beeld.
Ook over kunst en cultuur wordt heel wat uit de doeken gedaan. Clio is kunsthistorica en via dit personage kan Ilja Leonard Pfeijffer ook zijn ideeën over kunst, musea, kunsthandelaars, enz. ventileren. Zelfs steenrijke Arabieren die kunstwerken kopen, enkel maar om ze te bezitten en zonder er iets mee te doen, worden op de korrel genomen.
De auteur is van vele markten thuis. Bij het lezen van de passage waar het twaalfjarig Chinese meisje een vioolconcert ten beste geeft in het hotel, krijgt de lezer de indruk dat hij zeker ook onderlegd moet zijn op het gebied van klassieke muziek.
Ik heb gesnoept van de wondermooie taal van Pfeijffer. Van sommige zinnen heb ik spijt dat ik ze niet zelf bedacht heb, bijvoorbeeld: “Haar stem bloosde van opwinding.” Hij beschrijft zijn personages op een manier dat je je hen levendig kan voorstellen. Als hij over Venetië vertelt, lijkt het wel of je hem kan volgen op een stratenplan, brugjes en kanalen incluis.
Zelden
las ik een roman met zo’n boeiende veelzijdigheid
aan thema’s, terwijl dit
absoluut geen afbreuk doet aan de kern van het verhaal – of beide
verhalen. De
rode draad van beide verhaallijnen houdt
de aandacht van de lezer vast
tot op het einde dat nog een verrassing in petto heeft.
Bij
dit boek had ik bijna constant de neiging om fragmenten aan te duiden
om over te schrijven of te herlezen, zowel omwille van de fraaie
beschrijving als omwille van de boeiende inhoud. Maar ik kan beter “Grand Hotel Europa”
het mooiste plekje
in mijn boekenkast
geven en het af en toe herlezen.
Dit
stukje wil ik jullie alvast niet onthouden (hij heeft het over het
eiland Malta, waar de
immigratie uit Afrika rigoureus wordt bestreden en de
toerisme-industrie floreert):
“Ditzelfde zou ik ook poëtischer kunnen uitdrukken. Het eiland, dat voor de helft lijkt te bestaan uit een kerkhof, leeft, voor zover het leeft, in het verleden. Het enige wat het nog kan verkopen, is zijn rijke historie. Daarom wil het bezoekers aantrekken die komen voor het verleden, en moet het bezoekers weren die op zoek zijn naar een toekomst. De suggestie dat het eiland hiermee een metafoor is voor Europa als geheel, zal ik aan de lezer overlaten.”
Synopsis
Een schrijver strijkt neer in een oud hotel om zijn verdriet over zijn verbroken relatie met een Italiaanse kunsthistorica te verwerken, wat leidt tot lange beschouwingen over het oude en het nieuwe Europa, inclusief massatoerisme en bootvluchtelingen.