Rouwverwerking
In deze semi-autobiografische novelle (1950) beschrijft de Italiaanse neorealist Carlo Cassola (Rome, 1917 - Montecarlo, 1987) sober en beheerst het existentiële verwerkingsproces van een pijnlijk verlies.
De houthakker Guglielmo is recentelijk en plots weduwnaar geworden. Hij vertrouwt zijn twee dochtertjes toe aan zijn zus want hij heeft een perceel kapbos gekocht in de Toscaanse Apennijnen. Hij ronselt vier houthakkers en samen werken ze gedurende vijf maanden in barre weersomstandigheden om de bomen te vellen in functie van brand- of houtskoolproductie.
Cassola tekent nuchter het repetitieve labeur in het ruige en verlaten berglandschap en observeert scherp én invoelend de verschillende karakters: de norse maar vlijtige Fiore, Francesco die heerlijk kan vertellen, Amedeo en de jonge Germano. De hoofdpersoon Guglielmo poogt via het zware werk te vluchten voor het verdriet om de dood van zijn vrouw Rosa. Als hij na vijf maanden terug thuis komt, beseft hij bij zijn bezoek aan Rosa’s graf dat de pijn om haar verlies gebleven is.
Hij bedacht dat Rosa hem echt moest helpen. Hij kon zo niet meer. Zij moest hem vanuit daarboven in de hemel de kracht geven om door te gaan met zijn leven.
En hij keek omhoog. Maar het was aardedonker, hij zag geen enkele ster.
Verfilmd in 1963 door Vittoria Cottafavi.
Synopsis
Een vader van twee dochters en verse weduwnaar trekt zich vijf maanden terug in de Toscaanse Apennijnen, waar hij houthakt met een groep karaktervolle figuren en zoekt naar de zin van het bestaan.