Wat als er op een dag niemand meer dood gaat?
In de nacht van 31 december op 1 januari van een niet nader bepaald jaar in een fictief land sterft er ineens niemand. Wanneer de dagen en weken erna blijkt dat het structureel is, leidt dat aanvankelijk tot grote vreugde. Maar die slaat allengs om in angst en bezorgdheid, omdat het einde van de dood verstrekkende gevolgen heeft: terminale patiënten blijven opgesloten in hun lijden, begrafenisondernemingen gaan failliet, verzekeringsbedrijven zien zich voor grote problemen gesteld, bejaarden- en verpleeghuizen kampen met schrijnend plaatsgebrek doordat de bedden en kamers tot in de eeuwigheid bezet dreigen te worden door dezelfde personen, enzovoort. Chaos ligt op de loer. Paniek ook, met name bij de regering en de kerkelijke overheid. Wie kan het land weer uit deze bizarre impasse halen?
Je moet een beetje gewoon worden aan de schrijfstijl, met veel komma’s, lange zinnen, veel woorden, dialogen die enkel gescheiden worden door een punt, maar eens je in het verhaal zit, ben je wel nieuwsgierig naar hoe het verder gaat.
José Saramago kiest een bijzonder thema: de dood. Hij verwerkt het in een amusant, hilarisch verhaal waarin ook het mooie einde geen einde is. Want het boek begint en eindigt met dezelfde zin. ‘De volgende dag ging er niemand dood’.
Een boek om traag te lezen en rustig te genieten.
Synopsis
Als er in een land niet meer gestorven wordt, veroorzaakt dat grote verwarring.