Een survivalgids voor wie beroofd is van vrije meningsuiting en vrijheid
Op de website van Amnesty International lees ik over Ahmet Altan:
De Turkse schrijver en journalist Ahmet Altan is op 14 april 2021 na 4,5 jaar cel vrijgelaten. In 2018 werd hij, zonder enig bewijs, veroordeeld tot levenslang. Op 4 november 2019 werd die straf verlaagd naar 10,5 jaar.
Ahmet Altan werd veroordeeld omdat hij de couppoging van 2016 zou hebben gesteund. Hij werd beschuldigd van het ‘assisteren van een terroristische organisatie’. De schrijver had zich na de mislukte staatsgreep kritisch over de regering uitgelaten.
In Ik zal de wereld nooit meer zien lezen we hoe Ahmet Altan dankzij zijn verbeeldingskracht overleeft tussen de vier muren van een gevangeniscel. In zijn hoofd brengt hij personages tot leven en praat, lacht en discussieert met hen. Hij laat ze een eigen leven leiden. ‘In de hoekjes van zijn geest’ noteert hij hun dialogen en hij hoopt om ze ooit in een verhaal te kunnen gebruiken.
Maar hij observeert ook de mensen rondom hem. Van zijn medegevangenen geeft hij een ontroerend beeld. Dat Altan ongelovig is belet hem niet om respect te tonen voor twee celgenoten die zeer religieus zijn. Een van hen heeft een dochter die ook gevangen genomen wordt. Altan belooft zijn celgenoot om samen met hem God te danken indien zijn dochter vrijkomt. Als de dochter later vrijkomt bidt Altan dan ook tot hun God.
Altan stelt zich moreel boven het gevangenispersoneel door buiten de lijnen van de verwachtingen te reageren. Hij laat zijn pijn en haat niet zien.
‘Wanneer je weigert je naar verwachting te gedragen, wanneer je het onverwachte doet en zegt, zal de werkelijkheid zelf in verwarring raken en te pletter slaan tegen de dwarse stuwdammen van je geest. Dan verover je de macht om van die brokstukken een nieuwe werkelijkheid te creëren in de veilige havens van je geest.‘
Door niet toe te geven overstijgt hij als het ware zijn eigen tragedie. Deze houding komt hem in de rechtbank, waar zich kafkaiaanse taferelen afspelen, bijzonder goed van pas.
Tussendoor denkt Altan na over zingeving en herinnert zich wat schrijvers en filosofen hierover zeggen. Hij put troost uit klassiekers van Augustinus tot Tolstoj. Maar ook meer recente literatuur spreekt hij aan. Hij denkt aan de opmerkelijke ontdekking van Viktor E. Frankl die als gevangene in Auschwitz veel had geleden en later in de wereld van de psychiatrie bekend werd. Na observatie van de verschillen in gedrag bij de gevangenen en de bewakers kwam hij tot de conclusie dat ‘sommige mensen fatsoenlijk waren en andere onfatsoenlijk’. Onder de gevangen konden onfatsoenlijke mensen zitten en onder de bewakers fatsoenlijke. Altan herkent een kern van waarheid in de woorden van de wetenschapper en gaat op die manier op in gedachten over het gedrag van de mensen. Het houdt hem bezig en helpt hem om te overleven.
De aantekeningen die Altan in de gevangenis maakt stopt hij tussen de nota’s van zijn advocaat. Een vriend voegt ze uiteindelijk tot korte hoofdstukken samen. Het resultaat is Ik zal de wereld nooit meer zien, geen zelfbeklag maar een beklijvend boek dat een krachtige oproep is tegen regimes die alle wetten opzij schuiven en iedereen het zwijgen opleggen.
Synopsis
Persoonlijk relaas door de Turkse schrijver en journalist (1950) over zijn verblijf in de gevangenis als politieke gevangene na de mislukte coup van 2016.