Aangrijpende ode aan moeder- en zusterliefde
Twee zussen bundelden hun creativiteit in dit boek, waarin ze het hartverscheurend verhaal van hun kinderjaren brengen. De ene zus is woordkunstenaar Hind Eljadid, de andere is illustrator Fatima-Zabra Eljadid.
Stukjes poëzie, proza en illustraties worden kruimelgewijs aan de lezer voorgeschoteld in een boekje met een verrassende bladspiegel. Even verrassend als het leven zelf. Met af en toe wat “leegte”.
De zussen brengen het schrijnend relaas van hoe ze opgroeiden in een gezin waar partnergeweld tot een vechtscheiding leidde, waar ze met hun zieke moeder een éénoudergezin gingen vormen, in armoede leefden en al heel jong hun plan moesten trekken. Ze moesten hun zieke moeder verzorgen, letterlijk en figuurlijk. Ze zagen haar aftakelen en machteloos worden, tijdens de ziekenhuisopnames van de moeder waren ze meestal aan hun lot overgelaten, zeker als ze ouder werden. De zussen zorgden voor elkaar en voor hun moeder.
Het is een rauw verhaal vol zusterliefde, boordevol respect naar hun moeder. Met liefde en haat beschreven, vanuit de ervaringswereld van het jonge kind.
Hind Eljadid beoefent de slam-poetry. Vooraan in het boek staat er een code met link naar het luisterboek dat ze zelf insprak. Zo werd dit debuut meer dan een roman, het werd een totaalbeleving, mede dank zij de prachtige illustraties.
Citaat:
‘(…)
ik neem alles op mij, ik til de wereld voor haar op en ik draag haar
pijn, ik zal haar wassen en voeden, ik zal haar verschonen en tonen
hoe van jezelf te houden. Ik zal haar dragen door alle dagen die nog
mogen komen. Ze mag niet weg, ik heb haar nog nodig’ (132-133)
Synopsis
Een jonge vrouw, die opgroeide in een Marokkaans immigrantengezin in een Antwerpse wijk, doet verslag van haar roerige en traumatische jeugd.