Absurdistische vertellingen kunnen gelukkig maken
Van zijn agent kreeg de
Israëlische schrijver (Pizzeria Kamikaze, Superlijm, Zeven vette
jaren) en filmmaker (Camera d'or winnaar Jellyfish) Etgar
Keret (° 1967) de raad rond te bazuinen dat hij als gepest jongetje
in zijn fantasie vluchtte. Het cliché dat een ongelukkige jeugd een
goudmijn is voor een schrijver gaat er nu eenmaal in als zoete koek.
Maar aan auteur George Saunders bekende hij dat er ”a different
sad story” in het spel was. “Mijn ouders zijn Holocaust
overlevers,” aldus Keret, “mijn moeder zag haar moeder en jongere
broer vermoord worden voor haar ogen. Als kind kon ik voelen dat ze
erg geleden hadden en ik dacht dat mijn rol op aarde was hen gelukkig
te maken. Ik huilde nooit en trachtte altijd mijn ouders, en later
iedereen, gelukkig te maken."
Niet dat het Keret aanzette tot feel good literatuur. Of tot moraliseren. Want sterke morele verhalen zijn voor hem geen didactische exposés: “Een goed verhaal desoriënteert je als lezer, schudt je wakker. Het doet je denken 'Waar ben ik? Wat gebeurt er?' Ik wil geen verhalen schrijven die tegen mensen zeggen 'Wees goed' maar verhalen die hen doen reageren met 'Huh?', die hen rond zich doen kijken en de dingen anders laat zien.” Dat resulteerde in verwarrende verhalen, korte vertellingen die heel absurd ogen maar heel menselijk en geloofwaardig blijven. “Mijn rol is tegen mensen te zeggen dat het allemaal niet simpel is. Ambivalent zijn wil niet zeggen dat je extreem relativeert, dat alles mogelijk is. Het betekent enkel dat je de complexiteit van het leven beseft.” Daarom zijn Kerets kortverhalen bizar en gelaagd. Daarom ook eindigen ze nooit eenduidig en voorspelbaar. Het universum van Keret is een perpetuum mobile zonder loutering.
'Mijn konijn van vaderskant' is vintage Etgar Keret. Een bundel vol knotsgekke kortverhalen. Verhalen over een schoonmaker in een circus die terugdenkt aan de voorlaatste keer dat hij werd afgeschoten uit een kanon, over een rijke man die eerst verjaardagen en dan begrafenissen koopt om liefde te proeven, over drie zusjes die hun verdwenen vader herkennen in een konijn, over een man die een samengeperste Mustang cabrio '68 als koffietafel bewaart, over een televisiekijkende goudvis, over een app waarin echte en virtuele mensen zichzelf en elkaar verliezen,… Rode draad daarbij is dat zowel personages als verhalen alle richtingen uitgaan. “Dit verhaal gaat niet over hem” wordt in 'Schimmel' alsmaar herhaald. Het door verschillende kortverhalen onderbroken e-mail verkeer tussen de eigenaar van de escaperoom 'Storing aan de rand van het sterrenstelsel' en een moeilijke klant ontspoort in een scheldpartij en een bizarre twist. Om maar te zwijgen over de terugkerende droom van A. die uitloopt op een bizarre Endlösung.
Eigenlijk gaan alle verhalen, via een omweg weliswaar, over het leven, over de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Over de onvermijdelijke complexiteit en absurditeit van de wereld. Niet dat Keret er filosofische traktaten van maakt maar hier en daar last hij overpeinzingen in. Om snel weer de achtbaanrit verder te zetten. “Het leven is als een lelijk laag tafeltje dat de vorige bewoners van je huis hebben achtergelaten in de woonkamer. Meestal zie je het, herinner je je dat het er staat en pas je op, maar soms kun je het ook vergeten en dan krijg je de hoek in je kuit of knie en dat doet pijn. En het laat bijna altijd een litteken achter.” Of “ik keek om me heen en zag dat ik helemaal, maar dan ook helemaal alleen was.” Of ook: “Niets is mooier op deze stinkwereld dan de lach van een kind.” En zeker: “Liefhebben kan ook zonder te begrijpen.”
Dat laatste gaat ook op voor Mijn konijn van vaderskant zelf. De verhalen van Etgar Keret zijn moeilijk te vatten en te duiden. Er is duidelijk een hoek af. Maar ze brengen je wel aan het lachen en kruipen onder je huid. Het zijn absurdistische vertellingen die je gelukkig maken. Heel even. Voor de duur van een kortverhaal.
Synopsis
Bundel met 22 surrealistische verhalen.