Geen gemakkelijke lectuur, een confrontatie met het donkerste hoofdstuk van de menselijke geschiedenis
Er is al veel geschreven en gepubliceerd over de Holocaust tijdens en voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, soms te geromantiseerd en somtijds cru realistisch, zo zou het altijd moeten zijn. Dit is een werkelijkheid die zich echt niet laat romantiseren. Onbepaald door het lot van Imre Kertész hoort thuis in de, althans voor mij, juiste categorie van het rauwe realisme en dan weer net niet omdat de uitzichtloosheid en de ontmenselijking niet echt expliciet in het boek afgedraaid wordt maar zich daarentegen veeleer vormt in je hoofd. Laat mij even duidelijk zijn de gruwel is alom aanwezig en wordt niet uit de weg gegaan maar wordt bekeken doorheen de ogen van een veertienjarige Joodse jongen die het allemaal niet zo goed begrijpt. Het verhaalt, vanuit het onschuldig en optimistisch perspectief van de György Köves die na de Duitse bezetting van Hongarije op weg naar zijn werk wordt opgepakt en getransporteerd, zijn weg doorheen verschillende uitroeiingskampen. Hij komt aanvankelijk terecht in Auschwitz, dan in Buchenwald en ten slotte bij Zeitz. Zijn nuchtere ietwat naïeve beschrijving van de kampen en tewerkstelling maakte de ontzetting bij mij des te groter. De jongen past zich aan, probeert de logica in te zien van wat er gebeurt, maakt er het beste van en weet uiteindelijk te overleven, al is het op het nippertje. Terug in Boedapest wordt hij gemeden en genegeerd. Als een vriendelijke, liberale journalist die hij in de stad ontmoet hem voorstelt zijn verhaal op te tekenen en hem vraagt wat hij nu eigenlijk voelt, komt het antwoord ook voor de lezer hard aan. Hij heeft het leven tot aan de uiterste grenzen leren kennen. De laatste pagina’s die zijn zienswijze blootlegt aan de lezer komen ontzettend hard over. Moeilijk om te begrijpen maar wie zijn wij om dat ook te kunnen begrijpen…. Dat dit bepaald werd door het lot ontkent hij; ieder van ons zet elk ogenblik zijn eigen stappen. Dat indrukwekkende einde beschrijft hoe hij worstelt met de vraag of doorleven voor hem nog mogelijk is.
Deze roman, die in 2002 de Nobelprijs voor Literatuur won, raakt op een indringende en flinterdunne manier aan de controverse van overleven en aanvaarden, identiteit en de absurditeit van het leven zelf. Wat dit boek zo ontroerend maakt, is de manier waarop Kertész de menselijke geest en wilskracht onder extreme omstandigheden verkent. Hij ontbloot de rauwe emoties van zijn personages op een manier die de lezer diep raakt. György's innerlijke monologen onthullen de pijnlijke paradoxen van zijn bestaan, waar hoop en wanhoop voortdurend met elkaar strijden.
Kertész' proza is zelfs binnen deze harde context poëtisch, met zinnen die nog lang resoneren nadat de pagina's zijn omgeslagen. Zijn vermogen om de complexiteit van menselijke emoties en ervaringen vast te leggen, getuigt van zijn buitengewone talent als schrijver. Onbepaald door het lot is geen gemakkelijke lectuur, maar het is een essentieel werk dat de lezer confronteert met de donkerste hoofdstukken van de menselijke geschiedenis. Het herinnert ons eraan dat, zelfs te midden van het meest verwoestende lijden, de menselijke geest een ongelooflijke veerkracht kan vertonen. Dit boek zal mij bijblijven.