Ontwaken uit een droomwereld
In Verhalen uit het Crayenest vertelt debutant Sarah De Grauwe hoe ze in de jaren negentig in Gent opgroeit bij haar grootmoeder, Maria Craye, een vrouw met West-Vlaamse roots en oerdegelijke principes. Wat hiervan de oorzaak is komen we te weten in een korte pittige dialoog die aan het boek voorafgaat.
‘Nee, uw mama is ziek. Die heeft geen goesting in soep. Ze heeft eigenlijk nergens goesting in…’
En zo komt het dat het jonge kind aan de volle boezem van haar oma wordt gedrukt, die rook naar 4711, fris gewassen kleren en jonge prei, want ze wilde net aan de soep beginnen.
Het boek is gestructureerd in korte hoofdstukjes die op hun beurt ultrakorte titels dragen zoals Eierplant of Koetong. Ze worden geïllustreerd door een vage foto van een koffielepeltje dat aan de kop is bewerkt met een tekening die verwijst naar de daaropvolgende tekst. Op de kaft prijkt een lichtkleurige tekening van een fijn kopje zwarte koffie met enkele wolkjes melk van het ‘mooiste servies met Engelse rozen’.
In het eerste stukje getiteld Eierplant proberen de beide grootouders het kleine magere meisje aan te sterken met elke morgen een rauw ei en levertraan. Wat het kind na een tijd op sluikse wijze laat verdwijnen in de kamerplanten. Net wanneer je het gevoel krijgt in een miserabilistisch verhaal te zijn terechtgekomen, redt de schrijfster je uit dit terneerdrukkende gevoel door als een deux ex machina met humor een warme ontknoping met een bord vol fruit, koeken en rijstpap tevoorschijn te toveren. In Hij komt, hij komt! wordt het zevenjarige kind alle geloof in Sinterklaas bruusk ontnomen doordat de zwaar bijziende opa ’s nachts op een scherp onderdeel trapte van het poppenhuis zonder poppen, want die zouden komen wanneer het volgende pensioen wordt gestort. Waarna zich op de stoep een tragikomisch duo aandient in de gedaante van een dronken en zacht boerende Sint geflankeerd door een fluimende, met een woest everzwijn getatoeëerde Piet.
Rode draad is het telkens terugkerende ontwaken uit de droomwereld die de volwassenen voor het kind creëren. Die ontnuchtering begint bij het onttrekken van het jonge kind aan de moeder en het opgroeien bij de oma: ‘een geluk bij een ongeluk’.
Maar op het einde, in het dankwoord, staat naast een reeks namen maar één enkele warme en sprekende zin: ‘Oma, bedankt voor alles. Echt alles.’
Synopsis
Opgroeien bij oma in Gent