Van pandemie naar pandemie
In haar nieuwe roman Violeta – die veertig jaar na haar internationale doorbraak met Het huis met de geesten komt - voert de Chileense succesauteur Isabel Allende een eeuwelinge op die via een brief aan haar kleinzoon over haar rijke en lange leven vertelt. Violeta del Valle wordt geboren ten tijde van de Spaanse griep in 1920 en sterft een eeuw later, als een andere pandemie vat krijgt op de wereld. Het wordt een levensgeschiedenis vol dramatische gebeurtenissen; een boek vol mooie thema's; over voorspoed en armoede, over vreugdes en verlies, over liefde en liefdesverdriet.
Allende verweeft Violeta's leven met de grote werelddrama's, waaronder de beurskrach van 1929, de Tweede Wereldoorlog, de Cubaanse Revolutie, de coup van generaal Pinochet in 1973 en met de recente politieke ontwikkelingen in Chili. Toch is het vooral het verhaal van een vrouw die haar rol zoekt als echtgenote, moeder, minnares en ondernemer. Ze is geen militante feministe, maar weet wel al vroeg dat ze niet het bekrompen bestaan van haar moeder en tantes wil leiden. En daar handelt ze ook naar. Violeta weet zich aan haar afkomst en omstandigheden te ontworstelen. Het leven van Violeta is niet alleen een leerschool der liefde, maar ook een politieke, sociale, economische en seksuele leerschool.
Allende's goed gestoffeerde en klassiek opgebouwde roman verveelt geen moment. Voor sommigen misschien voorspelbaar en een beetje clichématig, maar een feit blijft dat Allende een geboren verteller is die telkens opnieuw sterke, vrouwelijke karakters ten tonele voert. Ook hier.