Portret van een eiland
In Walvistij leren we Manod kennen, een jonge vrouw die op een klein, geïsoleerd eiland voor de kust van Wales woont, samen met haar kleine zus en vader. De schaduw van de vroeg gestorven moeder hangt over het gezin. Het is een kleine gemeenschap die bijna volledig gericht is op de zee. Als jonge vrouw is ze nieuwsgierig naar kennis en naar het leven buiten haar gemeenschap en eiland dat haar onbekend is. We schrijven 1938, en de drieging van de wereldoorlog heeft ook het geïsoleerde eiland bereikt. Haar routine wordt doorbroken door de komst van twee wetenschappers / antropologen die de gebruiken op het eiland willen documenteren, vóór deze helemaal verdwijnen. Door haar kennis van het Engels wordt Manod ingeschakeld als tolk tussen de plaatselijke bevolking en het duo onderzoekers. In de loop van hun onderzoek raakt ze zelf verstrikt in hun ingewikkelde relatie.
Het boek schetst een indringend portret van het leven, een op dat moment op zijn laatste benen lopende manier van leven op dit kleine eiland. Anderzijds portretteert het ook een web van menselijke relaties, verwachtingen en gevoelens. Vooronderstellingen, vooroordelen, verwachtingen, verlangens, … het komt allemaal aan bod in dit vrij dunne boek met mooie zinnen. In telkens korte hoofdstukken slaagt de auteur erin veel te vertellen in beknopte zinnen met onderdrukte emoties.
Synopsis
1938. Op een eiland voor de kust van Wales woont een jonge vrouw die het eiland nog nooit heeft verlaten. Ze verlangt naar een grotere, andere wereld. De komst van twee antropologen biedt haar de kans om te vertrekken, maar ze raakt verstrikt in hun relatie.