Subliem en therapeutisch
In
Autobiografie van mijn lichaam probeert een dochter
niet alleen de moeizame relatie met haar moeder te begrijpen, maar
ook de verstoorde relatie tot haar eigen lichaam.
Eind
2021 krijgt Lize Spit een mailtje van haar moeder waarin deze laat
weten dat ze ongeneeslijk ziek is. Lize onderneemt een laatste
toenaderingspoging. Ze doet haar uiterste best om de zorgzame dochter
te zijn die niet enkel praktische hulp, maar ook troost en
verlichting wil brengen.
Ze
blikt hierbij ook terug op haar jeugd in een gezin dat niet altijd
veiligheid bood, wel integendeel. Met de scherven van haar jeugd legt
ze de puzzel waarin ze de rauwheid van het bestaan weerspiegeld ziet.
Wat kunnen ouders hun kinderen toch vreselijke dingen aandoen, zij
het meestal ongewild. Maar Lize Spit oordeelt niet, laat staan dat ze
veroordeelt.
Nog
nooit las ik een autobiografie waarin de auteur zich zo tot op het
bot bloot geeft, letterlijk en figuurlijk, maar waarin de sterkte en
kracht toch overeind blijft. In beeldende taal, confronterend,
poëtisch, kwetsbaar, zelfrelativerend en af en toe met een vleugje
humor. … De dagboekfragmenten uit haar jeugd brengen een
afwisseling in de vertelvorm, nu eens beschrijft ze situaties als
stond ze zelf op de zijlijn, als toeschouwer, dan weer richt ze zich
rechtstreeks tot haar moeder, waar ze haar aanspreekt met “jij”.
Op
het einde van het verhaal bleef ik verweesd achter, vol bewondering
voor de kracht die er uitgaat van Spit, haar mildheid ook. Met
herkenning van haar pijn en haar onmacht om de relatie met haar
ouders te peilen.
Elk
boek van Lize Spit was een tikkeltje beter dan het vorige. Ik vraag
me af of ze nog een werk zou kunnen schrijven dat Autobiografie
van mijn lichaam kan overtreffen.
Synopsis
Persoonlijke verhalen waarin de Vlaamse auteur (1988) de moeizame relatie met haar ongeneeslijk zieke moeder beschrijft.