Powers schrijft voor de nieuwsgierige lezer
Richard Powers koppelt in zijn romans altijd wetenschap aan een verhaal over een levensfase die het leven van de hoofdpersonen overhoop haalt. Vooral hersenen, artificiële intelligentie en de natuur en planeet zijn de onderwerpen die bij hem aan bod komen. Je moet er best je verstand bij houden, maar tegelijk maakt hij de dingen bevattelijk. De echomaker gaat over de hersenschade die een vrachtwagenbestuurder oploopt na een verkeersongeval, over een breinchirurg die hem behandelt maar een dubbele agenda heeft. Het boek begint met de paringsrite van de kraanvogels en de vogelspotters die van heinde en ver toestromen. De zus van de patiënt in coma is het hoofdpersonage. Ze blijkt een problematische relatie te hebben met haar broer, maar ook met de vogelspotters die de natuur impacteren voor hun eigen nieuwsgierigheid, en ook over ecologische activisten.
Elk nieuw boek van Powers komt er na een paar jaar studiewerk in een nieuw wetenschappelijk onderwerp. Tot in de hemel en De echomaker spreken me bijzonder aan omwille van het activisme en de veelzijdigheid ervan. De echomaker geeft in de vorm van fictie zoveel inzichten in hoe je brein werkt, zonder dat er in heel het boek ook maar één droge uiteenzetting ervan te vinden is.
Synopsis
Het hersenletsel van een chauffeur als gevolg van een ongeluk is zowel voor hemzelf als voor de mensen die hem bijstaan van invloed op hun verdere leven.