Rauw realistisch
Soms duwen boeken je weg uit je comfortzone. Ze laten je wegdromen of ze nemen je mee naar onbestaande paden of ze verstikken jou. ‘De zomer van het aas,’ is er ook zo een. Het beneemt je de adem door zijn mededogenloosheid, zijn psychische wreedheid terwijl je met je leesneus middenin het rauwe bestaan van de zelfkant van de maatschappij wordt geduwd.In het eerste hoofdstuk maak je meteen kennis met de ik-verteller, een jonge jongen, die zijn grauwe wereld en zijn leven aanschouwt en beschrijft vanuit de ogen van een kind, ongefilterd, niet wetende in welke uitzichtloze situatie hij leeft. Het is zijn leven en dat is voor hem normaal. Die eerste pagina’s laten je meteen gruwen maar lossen je ook niet meer. Dit moet je gewoon lezen. Een realistisch relaas van een vogel voor de kat.Hij leeft samen met zijn familie ergens middenin het ‘nergens,’ een plek genaamd La Fourrière. De familie leeft samen met nog wat andere families op die heuvel van de slacht van dieren op hun boerderij. Tenminste als je een plaats van bloeddorstige waanzin, zinloos familiegeweld, verbaal geweld, afranselingen en dierenleed een boerderij kan noemen. Hij leeft er samen met zijn broer en speelt er midden in een apocalyptische wereld van slachtafval, maden, stank, stront en ranzige vreetpartijen. Speelgoed, datgene wat kinderen nodig hebben om zich voor te bereiden op het volwassen leven bestaat uit stinkende en rottende karkassen, botten en schedels. Een sterke maag is aangewezen bij sommige passages. Die erbarmelijke kindertijd gaat net zoals in een normale gezinsituatie over naar het schoolgaan en opgroeien in een gemeenschap buiten het gezin. Als je echter de basisvoorwaarden tot een empathisch leven niet hebt meegekregen van thuis uit is aanpassen dan ook geen evidentie. Terug aan de marginale kant van de schoolgemeenschap, geweld, drank, drugs, terug uitzichtloos. Gedoemd om te mislukken en nergens te geraken.En toch is deze meedogenloosheid de kracht van het boek, Simon Johannin stuwt je in een krachtdadige no nonsense taal voort naar de totale zelfdestructie van zijn hoofdpersonage. Die zelfdestructie die zich als een explosie volledig in het hoofd van de ik-verteller afspeelt en waaruit je kennis maakt met de erbarmelijk bestaan van een kansloos persoon.De zegening op het eind van het verhaal sluit naadloos aan op het zinloos geweld op het onschuldig slachtoffer van de eerste pagina’s. Helaas kan je dit maar echt begrijpen eens het boek gelezen is.
‘De zomer van het aas’ deed mij gruwen, deed mij slikken, mijn maag draaide net niet om maar de grauwe schoonheid van de no nonsense taal van een jeugdig toeschouwer die niet beter weet raakte mij heel diep. Een weergaloos debuut van een jong auteur.
Synopsis
Een jongen, die opgroeit bij arme ouders in een afgelegen gebied in Frankrijk, raakt gefascineerd door dood en verval.