Als je de reis aanvangt naar Ithaka, hoop dat je nog een lange weg te gaan hebt, vol avontuur en vol ontdekkingen. ...
Een Odyssee van Daniël Mendelsohn is een schitterend werk over de relatie tussen een oude vader en zijn zoon, professor klassieke talen. De vader, Jay, vraagt aan Daniël of hij de lessen over de Odyssee mag bijwonen aan de universiteit. Daniël staat dit toe en zo begint de lessenreeks over Laërtes, Odysseus, Telemachus - en tegelijkertijd denkt de auteur na over zijn vader (die hij eigenlijk nauwelijks kent), over zijn moeder, zijn eigen kinderen en over het leven in het algemeen. Zo krijg je een parallel verhaal, dat bovendien in grote kringen cirkelt doorheen verleden, heden en toekomst, doorheen het leven van Jay en Daniël en van de reeds lang vergeelde fictieve helden.
Jay, een krasse negentiger, verwondert alle studenten met zijn eigengereide commentaar, die Daniël vakkundig (maar een beetje geërgerd) probeert te parreren.
“En die Odysseus noemt zich dan een held ! Hij liegt en bedriegt! Wat voor een houding is dit nu tegenover zijn manschappen?”
Of “Ben ik de enige die vindt dat Odysseus wel heel vaak zit te wenen?”
Daniëls studenten kijken op naar zijn vader. Waarom eigenlijk? Zien zij in Jay dan niet die nurkse betweter, die Daniël wel ziet? Daniël komt tot het besef dat een zoon zijn vader niet kan kennen - zoals de vader de zoon wel kent.
Ontroerend is de passage waarin Odysseus zijn dode moeder ontmoet in de onderwereld, maar zij telkens uit zijn omhelzing terug wijkt - omdat een geest zich niet laat omarmen, een symbool van de grote leegte na de dood.
Of Achilles die zegt dat hij 100 keer liever onder de levenden was, dan hier te moeten wegkwijnen - als een held, goed, maar een dode held is ook een dode, geen levende!
Of de oude hond van Odysseus die hem bij de poort van het paleis blij herkent, maar daarna toch als het ware gerustgesteld (want baasje is thuis) sterft. Zoveel menselijkheid in een eeuwenoud verhaal - Jay wordt er ook stil van, en zegt hele tijden niets, maar blijft geconcentreerd volgen.
Over de passage van Penelope die Odysseus uittest over het huwelijksbed - als Penelope zegt: “Heer, breng ons bed naar buiten, zodat we buiten kunnen slapen!” , antwoordt Odysseus: “Vrouw, dat kan niet, want het bed heb ikzelf gemaakt uit een eikenboom, die in het paleis stond, en waarrond we het paleis gebouwd hebben!” - vertelt Jay plots weer geanimeerd: “Ik vind dit deel van het gedicht heel echt. Je deelt dat soort dingen met iemand, geen fysieke dingen, maar privé-grapjes en herinneringen die je doorheen de tijd hebt verzameld, kleine dingen, waar niemand anders van weet. Fysiek word je oud, terwijl het innerlijke ‘ik’ onveranderd blijft!”
Eenmaal op de cruisetocht “The Odyssee revisited” in de Middellandse Zee ontspannen vader en zoon. Jay begint liedjes te zingen, iedereen vindt hem charmant. Als Daniël wegens claustrofobie niet de grot van Circe in durft te gaan, geeft Jay hem een hand en zegt hem: “Kom, ik heb je hulp nodig. Alleen ben ik bang dat ik ga uitglijden!” en dat is ook wat vader later aan zijn medereizigers vertelt. Daniël overwint zichzelf, gaat mee de grot in en besluit hierdoor dat hij zijn vader niet langer als een Cycloop wil behandelen.
En als ze Ithaka niet binnen kunnen wegens overmacht, zegt Jay zelfs: “Het is niet erg, Daniël. Het verhaal is echter.”
Na dit boek heb ik de echte Odyssee van Homerus herlezen. Door dit werk van Mendelsohn was ik hierop goed voorbereid en heb ik meer begrepen dan ooit tevoren.
Synopsis
De auteur en docent klassieke talen vertelt hoe zijn 80-jarige vader, een wiskundige, college bij hem gaat volgen over de Odyssee en hoe de bestudering van dit oude Griekse epos hun relatie verdiept.