Na de gruwel. Kunst als therapie

Sieg Maandag (1937-2013) was 7 toen hij samen met 50 andere Nederlandse kinderen bevrijd werd uit het concentratiekamp Bergen-Belsen. Op 20 april 1945 legde een fotograaf van Life magazine een beeld vast dat iconisch zou worden: Sieg die over een zandweg wandelt en het hoofd afwendt van rijen dode lichamen langs de kant van de weg. Pas 50 jaar later vertelde hij zijn levensverhaal aan de documentairemakers van de Shoah Foundation. Het verhaal van de arrestatie van zijn in de diamantsector actieve Amsterdamse familie, hun deportatie vanuit een Amsterdams theater naar het kamp Westerbork, de scheiding van de gezinsleden, het helse verblijf in Bergen-Belsen en de Poolse Schwester Luba die de kinderen hielp overleven in een kamp geteisterd door ongedierte en ziektes.
Daarvoor had filmmaker Frans Bromet tijdens de jaren zeventig nog getracht een documentaire te maken over zijn leven en de kunst maar die film werd pas zijn dood afgewerkt (De film die nooit afkwam, 2017). Nu is er ook een door Siegs echtgenote Karen Maandag-Ralph samen met Dawn Skorczewski geschreven biografie: ‘Sieg Maandag. Leven en kunst in de schaduw van Bergen-Belsen.’ Een werk dat uiteen valt in twee grote delen: enerzijds Maandags in de historische context geplaatste levensverhaal, anderzijds de kroniek van zijn artistieke ontwikkeling geïllustreerd via diverse werken uit verschillende periodes.
“Ik was altijd al een schilder” zei Sieg Maandag, ook al begon hij pas in de jaren zeventig, na een wereldreis en het ontmoeten van zijn grote liefde Karen, aan een kunstenaarsleven. Met als motto zijn favoriete Picasso quote: “schilderen is therapie.” Er zit dan ook heel wat schoonheid in Maandags werk, maar ook veel pijn en gruwel. Je proeft levensvreugde én somberheid. Citaten van Maandag leggen de link met kampherinneringen en met pogingen om de horror te verwerken. “We voelden ons verlaten,” herinnert Maandag zich, “dat was een enorme eenzaamheid.” En: “kun je je voorstellen dat je afscheid moet nemen van je vader?” Maar ook: “Een kind ervaart wat er gebeurt. Hooguit denkt hij ‘dit is het leven’. Zelfs als er iets slechts om hem heen gebeurt, ervaart hij het als ‘dit is het leven’. Ik denk dat een kind zo denkt. Zo heeft hij er minder last van.”
Door de dialoog tussen woord en beeld, tussen herinneringen en bespiegelingen, tussen gedachten en emoties, tussen het leven en kunst tot leven te wekken werkt dit boek fascinerend en verhelderend. Bespiegelingen over gruwel, verlies en verdriet, over goed en kwaad, over wonden en loutering lopen parallel met de creaties en de artistieke evolutie van Maandag. Opvallend is dat Maandag bleef streven naar schoonheid ook al maakte hij op traumatische wijze kennis met lelijkheid. Die lelijkheid krijgt een plaats en een functie in zijn schilderijen, in zijn kunst. “Het zijn de donkere kleuren die me een glimp geven van de onbekende diepten,” stelt Maandag, “ze suggereren een lelijkheid. Door de lelijkheid van donkere kleuren te verdiepen, ontstaat een onzichtbare schoonheid.” Een tocht van gruwel naar schoonheid. Dat is het levensverhaal van Sieg Maandag.
Synopsis
Biografie van de Amsterdamse Joodse kunstenaar Sieg Maandag (1937-2013), die als kind concentratiekamp Bergen-Belsen overleefde en later de beeldende kunst ontdekte als terrein voor expressie van ervaringen, herinneringen, stemmingen en gevoelens; met een overzicht van zijn werk.