Elsschot in de roos

Ik heb de debuutroman van Willem Elsschot uit 1913 gelezen: de heerlijke klassieker Villa des Roses.
Villa des Roses gaat over een aftands pension in Parijs uitgebaat door mevrouw Brulot, die een aapje als huisdier heeft en een man. Zij leidt het pension met een slinkse gierigheid: ze probeert zoveel mogelijk extra geld te slaan uit haar klanten door allerlei trucjes te gebruiken. Zo bespaart ze op het levensonderhoud van de hoogbejaarde kleptomane madame Gendron door uitstapjes te factureren die niet plaatsvinden, door haar eau de cologne te vervangen door water en haar poederdoos te vullen met aardappelmeel.
Het hoofdverhaal gaat over het nieuwe dienstmeisje Louise, die weduwe is, een zoontje heeft en verliefd wordt op een van de gasten: de Duitser Grünewald. Maar het zijn vooral de nevenverhalen die het boek onweerstaanbaar maken: het voortdurende gesjoemel van mevrouw Brulot, de jammerlijke dood van Gustave Brizard, de appelsienendiefstal van madame Gendron.
In zijn nawoord noemt Elsschotkenner Eric Rinckhout Villa des Roses een boek over bedrog en hypocrisie. Het allegaartje van gasten in het pension wordt door Elsschot geniaal grappig getekend, in zijn gekende droge stijl. Ondanks de hoge leeftijd van het boek blijft Villa des Roses een geweldige aanrader. Elsschot in de roos.
Synopsis
In een pension in Parijs zijn de bewoners in uiteenlopende zaken verwikkeld.