Vrijheidslievende middeleeuwer
Deze prachtige historische roman voert je mee door de Lage Landen van de dertiende eeuw, via de toenmalige Ardennen, met een zijsprong naar Parijs. De stijl is plechtig en rijk, doorspekt met Middelnederlandse woorden. Geen ik-roman, maar een verhaal verteld door een verteller: de auteur van Van den vos Reynaerde en andere vermaarde Dietse volksgedichten — toen ronduit revolutionair — die optreedt binnen een boeiende raamvertelling.
Wat deze roman zo meeslepend maakt, is niet alleen de levendige weergave van de middeleeuwse tijdsgeest, gebruiken en waarden, maar vooral het hoofdpersonage: een man die, in een tijdperk gedomineerd door de inquisitie en de verpletterende macht van de Moederkerk, durft te blijven denken en handelen als vrijdenker — tot aan zijn tragische einde. In wezen is dit een roman over bevrijding en vrijheid. Een man uit de middeleeuwen die zich losmaakt van opgelegde waarheden, dankzij zijn geletterdheid, verworven in de cultuur van een abdij tijdens zijn jeugd. De klassieke auteurs uit de Oudheid – Romeinen en Grieken – wijzen hem de weg: ze leren hem kritisch denken en observeren.
Het hoofdpersonage is een scherpzinnige observator, misschien zelfs hoogsensitief avant la lettre, die feilloos doorziet hoe macht, hiërarchie en intriges het dagelijks leven beheersen – en daar op zijn eigen, subtiele manier mee afrekent.
Hij volgt een unieke weg, geleid niet door plannen of dogma’s, maar door intuïtie. Zijn relaties met vrouwen brengen kleur, licht en menselijkheid in een verhaal dat soms donker en gewelddadig is, en tonen tegelijk de kracht, wijsheid en diepgang van die vrouwen in al hun verscheidenheid.
Had ik in de middeleeuwen geleefd, dan had ik deze Madoc graag ontmoet: vrij van stand en rang, open voor het leven, en ontvankelijk voor alles wat hem tegemoetkomt.
Synopsis
Als een hoogleraar een middeleeuwse bundel met verhalen in handen krijgt, ontvouwt zich de legende van Madoc, een Welshe prins.