Een autobiografisch familie-epos waar je paf van staat
Een kasteel vol belofte. Een mooi huwelijk. Twee keer een tweeling. Fijne buren. Een goeddraaiende zaak. Maar naast het verlies van de eerste tweeling zijn drama's op komst.
Een epos dat weer eens aantoont hoe onze wortels ertoe doen in ons concrete leven. Hoe ze bepalen, de werkelijkheid verdraaien en toekomst doen verstommen. De pathologische relaties grijpen je naar de keel, of doen je hartelijk lachen. Lijken absurd, maar zijn echt waar. De auteur schreef dit persoonlijk familieverhaal in een roes. Dat hij door dit schrijven zelf tot heling komt is heel begrijpelijk.
Synopsis
De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard schrijft een epos over twee Nederlandse families die op de grens met Duitsland wonen. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de 20e eeuw vallen hun levens met horten en stoten in een bepalende plooi. De roman is een familiegeschiedenis, deels van de auteur, deels verzonnen. Opvallend: in de roman schrijft Van den Boogaard dat hij een zoon is van de Nederlandse prins Bernhard en bijgevolg dus een halfbroer van prinses Beatrix.