Een winnend lot
Los van het winnen van de Booker Prize trok Shuggie Bain mijn aandacht: ik hou van autobiografische romans en ik ben een Schotland-fan (getuige mijn historische jeugdroman Joan het heksenkind).
Het verhaal speelt in groezelige buurten van Glasgow in de sociaal meedogenloze Thatcher-jaren. Shuggie heeft een beeldschone, maar drankverslaafde moeder en een knipperlichtvader. Na de verhuis van het gezellig drukke appartement van oma en opa naar een troosteloze mijnwerkersbuurt, omringd door grauwe sintelheuvels, valt de verantwoordelijkheid voor de onstabiele moeder op Shuggies schouders. Shuggies leven draait om haar. Omdat hij bovendien wat anders (gevoelig, artistiek) is, vindt hij geen aansluiting bij zijn leeftijdsgenoten. Een jongen die graag met poppen speelt, stuntelig voetbalt, een stoere mannenstap maar niet onder de knie krijgt, vraagt erom gepest te worden. Een doorvoelde, meeslepende roman. Net zoals Alleen met de goden van Alex Boogers legt Douglas Stuart een hoopgevende getuigenis af: al kan je, na een slechte jeugd, misschien nooit meer spelenderwijs door het leven rollen, een winnend lot zit er wel nog in.
Synopsis
In het Glasgow van de jaren tachtig probeert de jongste zoon van een gebroken en straatarm gezin voor zijn alcoholistische moeder te zorgen, terwijl hij zelf met zijn identiteit worstelt.