Wondere wereld van een deserteur en een plunderaar!

Scriptschrijver David Benioff zet met ‘Stad der dieven’ een aangrijpende schelmenroman neer.
Hij heeft het zich niet echt gemakkelijk gemaakt, met het bezette Leningrad van tijdens de Tweede Wereldoorlog als achtergrond.
Het resultaat van zijn noeste schrijfwerk is geen historisch oorlogsboek, wel eerder een fictief verhaal over twee jonge protagonisten, op weg naar volwassenheid.
Na een intrigerende proloog stapt de lezer plots middenin de oorlog. De keiharde realiteit van barre winterkoude en honger slaan je om de oren.

"Talent moet een veeleisende minnares zijn. Ze is beeldschoon; als ze aan je arm loopt, kijken mensen naar je, merken ze je op. Maar ze hamert op de gekste tijdstippen op je deur, ze pleegt voor lange tijd te verdwijnen, en ze heeft geen geduld met de rest van je leven; je vrouw, je kinderen, je vrienden."

Kolja is een charmeur, onbevreesd en extravert; hij hanteert een bizarre humor in zijn imposante vertellingen. Zijn kompaan Lev daarentegen is zijn tegenpool op ieder vlak. Lev is conservatief, angstig, schuchter.
De twee ontmoeten elkaar in de gevangenis, waar ze de kans krijgen om op een bizarre manier hun vrijheid te heroveren. In de heersende schaarste van het moment, krijgen ze van de kolonel de opdracht een dozijn eieren bij hem af te leveren.
Het is een missie op leven of dood, met dank aan David Benioff.

"Ze keek tevreden, alsof ze zojuist een negengangenmaaltijd had verorberd, geserveerd met de beste wijnen, maar het enige waar ik haar op had zien kauwen was een rammenas."

De auteur gebruikt een beeldende en soms heel snijdende, maar wel toegankelijke taal.
Langzaam drijft hij de spanning en de vaart op; een stevig staaltje vakwerk.
Ook de belangrijkste personages krijgen duidelijk vorm en inhoud.

Welkom in de wondere wereld van een deserteur en een plunderaar!