De grens tussen goed en kwaad is dun
Wie van kortverhalen houdt heeft met deze bundel enkele uurtjes leesplezier in het vooruitzicht. De verhalen doen denken aan deze van Alice Munro.
Ook de verhalen van Samanta spelen zich meestal in een mysterieuze sfeer af. Altijd is er een tikkeltje beklemming en altijd is er een of ander personage met een donkere kant. Alle verhalen maken duidelijk dat de grens tussen goed en kwaad dun is en niet altijd duidelijk.
Telkens is er een min of meer grote ramp die zich in doodgewone levens voordoet en het leven een andere wending geeft. Het schuldbootje komt aangevaren, gaat nooit meer weg en blijft kwellen. In het verhaal Het oog in de keel
-met verve het beste verhaal uit de bundel- wordt dit schitterend uitgewerkt.
Een kleine onoplettendheid van een vader heeft grote gevolgen. Zijn kind blijft, na het inslikken van een knoopbatterij, achter met een gat in zijn keel en verliest zijn stem voor de rest van zijn leven. De vader zal voor de rest van zijn leven in schuld gewrongen zitten en die schuld zal het rouwen in de weg staan. Ook in andere verhalen zal dit patroon terugkeren.
Maar gelukkig zien we in elk verhaal ook de moed waarmee de slachtoffers weer overeind krabbelen. Zo is er het openingsverhaal Welkom bij de club waarin een vrouw die moe is van het leven toch verder doet. Uit liefde.
Als lezer ben je telkens weer bang voor wat op de volgende pagina zal staan… altijd voel je dreiging...
En toch… toch lees je verder…
In één ruk las ik uit.