Cartarescu levert opnieuw een absoluut meesterwerk af
Sinds enkele jaren geleden Solenoïde door mijn gretige ogen werd verslonden, ben ik verknocht aan de literaire creaties van Mircea Cartarescu. Sedertdien las ik zijn kortverhalenbundel Nostalgia en eerder dit jaar zijn Orbitor-trilogie. Al deze werken deden me alleen maar verlangen naar meer hersenspinsels van de Roemeense auteur. Ik was dan ook erg blij toen ik vernam dat met Theodoros zijn meest recente roman in het Nederlands vertaald werd, opnieuw door de uitstekende Jan Willem Bos. Ik was nog verheugder dat ik een exemplaar van De Bezige Bij kreeg om dit lijvige boek te lezen en er mijn gedachten over neer te pennen. Bij deze!
Theodoros vertelt het verhaal van Tudor, een jongen van nederige komaf die in het schitterend weergegeven Walachije van de negentiende eeuw opgroeit en al van jongs af aan overtuigd geraakt dat zijn lotsbestemming meer in lijn ligt van de Alexanders en de Napoleons van deze wereld dan die van zijn bescheiden ouders. Op de eerste pagina’s van dit boek wordt ook meteen al duidelijk dat dat gelukt is bij monde van de mysterieuze verteller(s), wiens identiteit naarmate het boek vordert duidelijker wordt.
De Oost-Europese Tudor wordt Theodoros in de veelheid van de Griekse eilanden en uiteindelijk Tewodros II, keizer van het gezegende Ethiopië. Wees trouwens gerust: dit zijn allerminst spoilers – Cartarescu geeft ons deze info mee op de eerste pagina’s. Alles draait echter rond de weg die Tudor aflegt tijdens zijn queeste naar grootsheid. Uiteraard – het is een roman van Cartarescu – wordt dit relaas niet verteld op een brave chronologische manier, maar springen we vaak in tijd en ruimte. Van het Jeruzalem van koning Salomo over het met pest besmeurde Boekarest naar de minuscule eilandjes van de Helleense archipel: het zijn maar enkele van de rijkelijk beschreven en vormgegeven decors waarin Theodoros zich afspeelt.
In deze decors ontvouwt zich een verhaal dat een uiterst geslaagde mix is van historische feiten en de krachtige verbeelding van de auteur (Cartarescu zelf noemt het werk een pseudohistorische roman). Theodoros blinkt uit door de vele literaire, religieuze en historische verwijzingen en dit alles zonder dat het verhaal aan vaart verliest. Een opmerkelijke verdienste, zeker gezien de vele – vaak hilarische – uitweidingen, zoals bijvoorbeeld over de uitvinding van de vulpen.
Theodoros is een adembenemend epos waarin meesterlijke zin na meesterlijke zin de lezer overdonderend op sleeptouw neemt en waardoor diens verbeelding overuren zal kloppen. Al deze factoren zorgen ervoor dat Cartarescu met Theodoros opnieuw een absolute voltreffer geschreven heeft. Wat een boek!
Met erg veel dank aan De Bezige Bij voor het exemplaar.